Historische vaardigheden HW bespreken



5.1 - Bondgenoten worden 
vijanden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



5.1 - Bondgenoten worden 
vijanden

Slide 1 - Slide

Planning
  • Toetsvragen
  • Quizvragen
  • Huiswerk bespreken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

De afbeelding is een Nederlandse poster uit 1952. Het is een oproep om bij de Tweede Kamerverkiezingen niet op de communisten te stemmen. Stel, je wilt meer te weten komen over hoe de Nederlanders in 1952 dachten over de communisten. Leg uit of deze afbeelding bruikbaar is.

Slide 3 - Open question

 Antwoord
  • Deze bron is bruikbaar. Uit de bron blijkt dat er Nederlanders waren die vonden dat communisme hetzelfde was als terreur en slavernij. 


  • Je kijkt naar het jaartal (1952)
  • Je kijkt naar het doel van de afbeelding (verkiezingsposter)
  • Je geeft antwoord op de vraag met een verwijzing in de bron (terreur/slavernij)

Slide 4 - Slide

Kruis aan bij welke onderzoeksvraag deze afbeelding bruikbaar is.
A
Hoe snel hebben de Verenigde Staten hun invloedssfeer uitgebreid?
B
Welke ideeën hoorden er bij de communistische ideologie?
C
Hoe werd het wantrouwen tegen de communisten versterkt?
D
Welke ideeën hoorden er bij de kapitalistische ideologie.

Slide 5 - Quiz

Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Werd in mei 1940 minister-president.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.

Slide 6 - Drag question

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 7 - Drag question


Wat maakt de Sovjet-Unie tot
een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Aan van Duitsland op de SU
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 8 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
invloedssferen
B
satellietstaten
C
containment
D
afschrikking

Slide 9 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
Europese Unie
B
NAVO
C
Verenigde Naties
D
Volkenbond

Slide 10 - Quiz


Welk begrip wordt bedoeld?
A
invloedssferen
B
Warschaupact
C
Geallieerden
D
Centralen

Slide 11 - Quiz

Vroeger
Later

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Drag question

Huiswerk bespreken
  • Opdracht 1, 4, 5, 7, 10 en 12.

  • Heb je een antwoord fout? Verbeter het!  

Slide 17 - Slide