3NW

Uit welke vier waarneembare delen bestaan de hersenen?
1 / 42
next
Slide 1: Open question
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uit welke vier waarneembare delen bestaan de hersenen?

Slide 1 - Open question

Denkvraag: Waarom bestaat het hersenoppervlak uit plooien?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Pagina 170. 

Slide 5 - Slide

Zonwering

Slide 6 - Slide

Pagina 172 - 173

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe de informatieverwerking verloopt a.d.h.v. het voorbeeld

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

p. 174

Slide 10 - Slide

Hoeveel neuronen bevatten de hersenen?

Slide 11 - Open question

Neuraal netwerk

  • Groepen neuronen
  • complex 

Slide 12 - Slide

Coach
Werk met
  • Llng A legt uit
  • Llng B luistert en geeft tips. 

Rollen draaien om. 

Slide 13 - Slide

1.
Leg uit: 
De hersenen zijn een verwerkingscentrum.

Slide 14 - Slide

2.
Leg uit: 
Wat bedoelt men met een 'neuraal netwerk'? 

Slide 15 - Slide

1.
Verwerkingscentrum
  • Beoordelen 
  • beslissingen (reactie)  

Slide 16 - Slide

2.
Neuraal netwerk
  • Groepen neuronen 
  • complex 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bespreek
Werk met 2 (schouderpartner) 
  • bespreek wat er gebeurt bij een daling van de lichaamstemperatuur 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Geef een voorbeeld van een parameter in het lichaam dat stabiel moet blijven.

Slide 23 - Open question

Effectoren
  • Spieren 
  • Klieren 

Slide 24 - Slide

Welke klieren ken je nog?

Slide 25 - Open question

Klieren

Slide 26 - Slide

Klieren
  • Endocrien

  • Exocrien

Slide 27 - Slide

Klieren
  • Endocrien
Scheiden stoffen af in weefsels van het lichaam. In het inwendig milieu. 
  • Exocrien

Slide 28 - Slide

Klieren
  • Endocrien
Scheiden stoffen af in weefsels van het lichaam. In het inwendig milieu. 
  • Exocrien
Scheiden stoffen af aan het lichaamsoppervlak. 
Ze komen terecht in het uitwendig milieu. 

Slide 29 - Slide

Endo - of exocrien? 
  • Sta recht   =   exocrien 
  • Zit neer      =   endocrien 

Slide 30 - Slide



MELKKLIER



Sta recht   =    exocrien
Zit neer      =  endocrien 

Slide 31 - Slide



ZWEETKLIER



Sta recht   =    exocrien
Zit neer      =  endocrien 

Slide 32 - Slide



SCHILDKLIER



Sta recht   =    exocrien
Zit neer      =  endocrien 

Slide 33 - Slide



ALVLEESKLIER



Sta recht   =    exocrien
Zit neer      =  endocrien 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Talking chips - Opdracht 33

  • Lees de vragen (opdracht 33) en denk na.
  • Als je een vraag wil beantwoorden, leg je een chip op de tafel.
  • Iedereen moet minstens 1 chip gebruiken.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

pagina 227

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat is homeostase?

Slide 40 - Open question

Hoe zorgt zweten voor het afkoelen van de lichaamstemperatuur?

Slide 41 - Open question

Homeostase p. 181

Slide 42 - Slide