12 mijn huis
1 / 14
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Het huis van Sam.
Wij lezen bladzijde 84,85 en 86
Wij lezen bladzijde 84,85 en 86
Slide 2 - Open question
Meubels.
Wij lezen bladzijde 87 en 88.
Wij lezen bladzijde 87 en 88.
Slide 3 - Open question
Heb je een gang in je huis?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Hoeveel kasten zijn er in de klas?
A
1
B
4
C
9
D
7
Slide 5 - Quiz
Maak 4 woorden met de letter:
ng
ng
Slide 6 - Open question
Maak 4 woorden met de letter:
st
st
Slide 7 - Open question
Zinnen lezen en schrijven.
Wij lezen bladzijde 95 en 96.
Wij lezen bladzijde 95 en 96.
Slide 8 - Open question
Zinnen schrijven over je huis.
Schrijf 10 zinnen over jouw huis:
Schrijf 10 zinnen over jouw huis:
Slide 9 - Open question
Huishoudelijk werk.
Wij lezen bladzijde 99, 100 en 101.
Wij lezen bladzijde 99, 100 en 101.
Slide 10 - Open question
Wat heb je in huis gedaan?
Wij lezen bladzijde 102 en 103.
Wij lezen bladzijde 102 en 103.
Slide 11 - Open question
Werkwoorden. Voltooid deelwoord.
hebben gewassen.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
hebben gewassen.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
Slide 12 - Open question
Werkwoorden. Voltooid deelwoord.
hebben schoonmaken.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
hebben schoonmaken.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
Slide 13 - Open question
Werkwoorden. Voltooid deelwoord.
hebben vegen.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
hebben vegen.
ik, jij, hij/zij, wij, jullie, zij:
