Week 12

English
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:
Week 12
  • Lesson 1:  Chapter 3B
  • Lesson 2: Chapter 3C
  • Lesson 3: Chapter 3D


Slide 2 - Slide

Aims

- Je kent woorden die te maken hebben met showbiz en entertainment.
- Je kunt voegwoorden herkennen.
- Je kunt voegwoorden gebruiken om informatie uit een tekst te halen.
- Je kunt je mening geven over muziek, films en series.
- Je kunt muziek, films en series aanraden.


Slide 3 - Slide

Lesson 1

Slide 4 - Slide

Previous Lesson
  • Chapter 3 Getting Started + Watching: exercise 1-2-3-6-7-8

Slide 5 - Slide

Vergelijkingen
Dingen en objecten met elkaar vergelijken

The man is taller than the boy.
The man is heavier than the boy.
The man is bigger than the boy.
The man is wiser than the boy.
The man is more intelligent than the boy.

Slide 6 - Slide

3B: Theme Words
  • Theme Words on p. 132 + 134
  • Linking words = > voegwoorden
-verband tussen zinnen benadrukken (informatie toevoegen, tegenstellingen, oorzaak-gevolg) 
-informatie rangschikken (first, second, next, finally etc.)
-begin, midden, eind van een zin



Slide 7 - Slide

3B: Theme Words

Exercise 10: lees de teksten en geef aan wie een drukker leven heeft.
Exercise 11: schrijf de betekenis van de woorden op.
Exercise 12: combineer de delen van woorden om 7 Theme Words te maken.
Exercise 13: schrijf de juiste Theme Words op.
Exercise 14: schrijf de betekenis van de voegwoorden op.
Exercise 15: kies de juiste voegwoorden.
Exercise 16: combineer de zinsdelen en voegwoorden om correcte zinnen te maken.
Exercise 17a/b: lees de strategie en de tekst. Omcirkel de juiste voegwoorden.

Slide 8 - Slide

Homework
Finish exercise 10-11-12-13-14-15-16-17b on p. 132-135

Slide 9 - Slide

Lesson 2

Slide 10 - Slide

Previous Lesson
Theme Words: Showbiz & entertainment
Theme Words: Linking words
Exercise 10-17b

Slide 11 - Slide

Theme Words: Showbiz & Entertainment


Schrijf de vertalingen op:


1. autograph
2.red carpet
3.applaud
4.rehearse
5. achter de schermen
6. publiek
7.  beroemdheid
8. kleedkamer
Theme Words: Linking words


Vul de juiste linking words in, kies uit:
because - however - so -since- although

1. ._________ he's very famous, he is still nice.
2. My TV has broken down, _____ I can't watch the show tonight.
3.They rehearsed 3 times a week, ________ , the show was no success.
4.I don't like him __________ he is mean.
5.________ he's lost his money, he couldn't buy a ticket.

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Theme Words: Showbiz & Entertainment


Schrijf de vertalingen op:


1. autograph => handtekening
2.red carpet => rode loper
3.applaud => applaudisseren
4.rehearse=> repeteren
5. achter de schermen => backstage
6. publiek => audience
7.  beroemdheid => celebrity
8. kleedkamer => dressing room
Theme Words: Linking words


Vul de juiste linking words in, kies uit:
because - however - so -since- although

1. .Although he's very famous, he is still nice.
2. My TV has broken down, so I can't watch the show tonight.
3.They rehearsed 3 times a week, however , the show was no success.
4.I don't like him because he is mean.
5. Since he's lost his money, he couldn't buy a ticket.

Slide 13 - Slide

3C: Before Reading
Kijk naar de titel van de tekst en de afbeelding op p. 137.
Waar denk je dat de tekst over gaat?

Strategy- linking words (II)
-stress => benadrukken
-contradiction => tegenstelling
-connection => verbinding

Slide 14 - Slide

3C: During & After Reading
Wat:
Exercise 19b: lees de tekst en markeer alle linking words die je ziet, schrijf deze  linking words op en geef aan of het om een tegenstelling (contradiction) of verbinding (connection) gaat.
Exercise 19c:lees de tekst nogmaals en beantwoord de vragen in het Nederlands.
Exercise 19d: welk linking word past in de zin?
Exercise 20: beantwoord de vraag in het Nederlands.
Exercise 21: zet de letters in de juiste volgorde om Engelse woorden te maken, vertaal deze woorden daarna.
Hoe: zelfstandig
Hulp: fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw, vocabulary c op p. 167
Uitkomst: we gaan de antwoorden de volgende les nakijken
Klaar:  leer de Theme Words ( Showbiz & entertainment + Linking words) op p. 166 


timer
20:00

Slide 15 - Slide

Geef 5 voorbeelden van "linking words".

Slide 16 - Open question

Waar kunnen "linking words" staan in een zin?

Slide 17 - Open question

Waarom is het herkennen van "linking words" nuttig tijdens het lezen van een tekst?

Slide 18 - Open question

Homework
Finish exercise 19b-21 on p.136-139

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Lesson 3

Slide 21 - Slide

Previous Lesson
3C: Reading exercise 19-21


Slide 22 - Slide

3D: Speaking & Stones
Stone 7 on p. 140

Stone 8 on p. 142

Slide 23 - Slide

Artists, films & series...
1. Who is your favourite artist?
2. What is your favourite film?
3. What is your favourite series?
4. Who is your favourite actor/actress?

Slide 24 - Slide

3D: Speaking & Stones
Wat:
Exercise 23: neem de Stone door en vertaal de zinnen die je nog niet kent.
Exercise 25: beantwoord de vragen in het Engels. Gebruik Stone 7 & 8.
Exercise 26: schrijf de Nederlandse vertalingen op.
Exercise 27: beantwoord de vragen in het Engels. Gebruik Stone 7 & 8.
Exercise 28: neem de Stone door en vertaal de zinnen die je nog niet kent.
Exercise 30: geef je mening over een serie die je leuk vindt en niet leuk vindt.
Hoe: in tweetallen=> fluisterend oefenen met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: Volgende les geef je een mondelinge "presentatie"  van 30-60 seconden over je favoriete film en serie (ex. 27 & 30) 
Klaar: bereid opdracht 27 & 30 voor ( op papier als dit nodig is). Zorg dat je in minimaal 30 seconden uit kunt leggen waarom je een serie of film goed vindt. Gebruik Stone 7 & 8 en de Theme Words op p. 141.

Slide 25 - Slide

Homework
Bereid opdracht 27 & 30 op p. 141 & 143 voor. 
Bereid het op papier voor. 
Zorg dat je in minimaal 30 tot 60 seconden uit kunt leggen in het Engels waarom je een serie of film goed vindt.
Gebruik Stone 7 & 8 en minimaal 4 Theme Words ( p. 141).

Slide 26 - Slide