1.
informeren -> bestaan uit feiten, de schrijver wil graag dat de lezer iets leert. Informerende teksten zijn objectief.
2. beschouwen -> de lezer gaat een mening vormen. Onderwerp van meerdere kanten bekijken.
3. overtuigen -> mening van de schrijver naar voren. Geeft argumenten.
4. activeren -> aanzetten om iets te doen.
5. amuseren -> lezer vermaken.