Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Tijdens deze les
Ga je zelfstandig aan het werk in deze Lesson Up.
Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.
Slide 1 - Slide
bij stijgende lucht is er wat voor een luchtdruk?
A
hoge
B
lage
Slide 2 - Quiz
Wat is juist bij de evenaar?
A
lage druk met neerslag
B
hoge druk met neerslag
C
lage druk met droogte
D
lage druk met droogte
Slide 3 - Quiz
Leg uit wat er bij 30NB gebeurt waardoor er daar woestijnen liggen.
hint
Geef aan: of er hoge of lage luchtdruk is
- of de wind daalt of stijgt
- of de wind warmer of kouder wordt
- of er condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen
- of het daardoor regent of juist droog is
Slide 4 - Open question
Leg uit wat er op 60NB gebeurt waardoor het daar regelmatig regent.
hint
Geef aan:
- wat er met de wind van 90NB en 30NB gebeurt
- welke lucht er opstijgt
- of er hoge/lage luchtdruk is
- of er daarbij condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over Januari gaat.
Hint
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in januari is
- wat loodrechte instraling van de zon met luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart (dus gaat de kaart over januari)
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over Juli gaat.
Hint
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in juli is
- wat de loodrechte instraling van de zon met de luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart (dus gaat de kaart over juli)
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Bekijk de kaart op de vorige dia. In de paarse cirkel zie je dat de wind een gekke bocht maakt. Leg met behulp van de wet van Buys Ballot uit waarom de wind daar waait zoals hij waait.
Hint
- Beschrijf van welk luchtdrukgebied naar welk luchtdrukgebied waait op de kaart.
- Geef ga in op het verschil in afwijking op het NH en het ZH.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's. Leg uit of er boven Paramaribo een passaat of een moesson ligt.
Hint
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- wat de windrichting in januari is
- wat de windrichting in juli is (aanlandig/aflandig)
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's. Leg uit waardoor er boven India (bij Mumbai en Delhi) een moesson is.
Hint
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's. Beredeneer of de wind bij Nairobi een moesson of een passaat is.
Hint
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)
Slide 20 - Open question
Klaar met deze lesson up?
- heb je nog wel vragen? kom maar door!
- geen specifieke vraag maar vind je dit onderwerp lastig?
Kijk de filmpjes in de volgende dia's.
(1e filmpje passaten en moessons, filmpjes erna gaan nog een paar stapjes verder terug).