VOA dienstverlening & zorg - hoofdstuk 2

• VOA
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Voorbereiding op arbeid

   Hoofdstuk 2       

Doelen van de les

• Je hebt geoefend met het klaarzetten van tafels en stoelen.
• Je hebt geleerd hoe je belegde broodjes maakt.
• Je weet wat een eenvoudige lunch is.
• Je hebt geleerd hoe je een afwasmachine in moet ruimen.
• Je weet ook dat persoonlijke hygiëne erg belangrijk is.
• En je hebt geoefend met beleefd antwoord geven aan bezoekers. 

Wat gaan we doen?

• Lezen
• Opdrachten via Lesson-up
• Lezen en opdrachten maken
• Evaluatie
• Zelfstandig aan de slag

Lezen

• Werken in een wijkcentrum, bladzijde 30
• Wijkcentrum, bladzijde 31

Inloggen Lesson-up

wat is een andere naam voor een wijkcentrum?

Wat komen mensen uit de buurt in het wijkcentrum doen? 

zet hier de activiteiten die je in een wijkcentrum kunt doen

De was doen

Bridge

Koffie drinken

Schaatsen

Boodschappen doen

klaverjassen

Bingo spelen

EHBO cursus

Praatje maken

kleding kopen

vergaderen

Weet je?

Klaverjassen en bridge zijn kaartspellen. 

Mensen spelen deze spellen met een groepje. 

Vaak is er een club of vereniging voor. 

Noem zelf nog 3 dingen die je in een wijkcentrum zou kunnen doen.

is er een wijkcentrum of buurthuis vlak bij je school of je huis?

1. ja
2. nee

zo ja, ben je er wel eens zelf geweest?

1. ja
2. nee
3. ik heb geen wijkcentrum in de buurt.

Met mensen werken.

In een wijkcentrum werk je met mensen. 

Het is belangrijk dat je goed met mensen kunt omgaan. 

Je vindt het fijn om mensen te helpen. Een goed humeur is heel belangrijk!

Je vindt het niet erg als het druk is, dan kun je goed doorgaan met je werk. 

Ook je uiterlijk is goed verzorgd. 

Is het belangrijk als je in een wijkcentrum werkt?

je hebt schone nagels

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je bent vriendelijk

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je spreekt Nederlands

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je hebt nieuwe kleren aan.

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je bent behulpzaam

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je hebt schone haren

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je bent goed in sport

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

Je kunt goed tegen drukte.

1. wel belangrijk
2. niet belangrijk

We gaan weer samen verder in het boek!

Lezen: Programma, bladzijde 33

Maken: opdracht 6, bladzijde 33

Lezen: tafels en stoelen, bladzijde 34

Lezen: tafels en stoelen, bladzijde 35

Zaal 1 wordt in de middag gebruikt door de bridge club. Er komen 16 mensen bridgen.
voor een spel bridge zitten er 4 mensen aan een tafel.
uit een thermoskan kunnen ongeveer 8 kopjes geschonken worden.
iedereen drinkt 1 kopje koffie of thee.

stoelen heb je nodig per tafel

1. ja
2. nee

Lezen

• Broodjes en hapjes klaarmaken, bladzijde 38

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Hoort dit bij een eenvoudige lunch?

1. wel
2. niet

Klassikaal maken

Opdracht 12

Lezen

• Hygiënisch werken, bladzijde 39
• Broodjes smeren, bladzijde 40
• Tafeldekken, bladzijde 44
• Afwasmachine inruimen, bladzijde 44 en 45
• Vragen beantwoorden, bladzijde 45

Hoe ging de les tot nu toe?

Zelfstandig aan de slag

• Opdracht 15, bladzijde 40
• Opdracht 16 en 17, bladzijde 41
• Opdracht 19, bladzijde 44
• Opdracht 20 en 21, bladzijde 45
• Opdracht 22, bladzijde 46 en 47

Klaar?

Strip, tekenen, IPad, mobiel