Spelling kofschip (3.3.1)

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Spelling

Werkwoord in de verleden tijd

('t ex kofschip)

Lesdoel:

Werkwoorden in de verleden tijd zetten

Waar gaat het nou mis?

 .

- Wat is de stam?

-  Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

 

Wat is de stam?

 

- Wat is de stam?

De stam is niet de ik-vorm 

maar 

Het hele werkwoord -en

 

Wat is de stam?

 

 Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

Gisteren...

 

geloven

streven

razen

streven

vrezen

blozen

Wat is de stam?

 

 Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

Gisteren...

 

gelov

strev

raz

strev

vrez

bloz

Spelling

Werkwoord in de verleden tijd

't  kofschip - x

of  't sexy fokschaap

Spelling?

 

 Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

Gisteren...

 

pakken

wissen

flikken

rappen

kuchen

kopen

Spelling?

 

 Stam + te(n) OF + de(n)

- Hoe weet ik nou of het een T of een D is?

Gisteren...

 

pakk

wiss

flikk

rapp

kuch

kop

Even oefenen!

Razen

Stap 1: razen - en = raz

Stap 2: Wat is de laatste letter? -> Z 

Stap 3: Zit de Z in het 't ex kofschip? Nee

dus.....

d!

Stap 4: Wat schrijf ik op? Stam + de(n) --> raasde(n)

Ik 'lachen' vorige week heel hard samen met mijn beste vriendin.

1. lachte
2. lachde
3. lachten
4. lachden

De meisjes 'durven' het op te nemen tegen de jongens.

1. durfde
2. durvde
3. durfte
4. durfden

Tom 'zeuren' bij zijn moeder om een koekje.

1. zeurde
2. zeurden
3. zeurt
4. zeurten

Eergisteren 'vertellen' Juf Loïs een mooi verhaal uit haar favoriete boek.

1. vertelte
2. vertelten
3. vertelde
4. vertelden

Pien en Daan 'vervelen' zich tijdens de les van vorige week maandag.

1. verveelten
2. verveelte
3. verveelde
4. verveelden

Gisteren 'proberen' we de spellingsles goed te maken.

1. probeerte
2. probeerde
3. probeerden
4. probeerten

De studenten van het Roc 'fietsen' afgelopen woensdag naar de stad.

1. fietste
2. fietste
3. fietsden
4. fietsten

Woord 1

Woord 2

Woord 3

Zin 1