Laatste thuisles voor de toetsweek

Alle herhaling van schrijven
In deze lesson-up wordt alles wat belangrijk is voor de toetsweek herhaald.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Alle herhaling van schrijven
In deze lesson-up wordt alles wat belangrijk is voor de toetsweek herhaald.

Slide 1 - Slide

De lesson-up bestaat uit korte theorie en een aantal vragen.

Slide 2 - Slide

Schrijfplan
Als je een tekst gaat schrijven, gebruik je een schrijfplan. In het schrijfplan schrijf je de volgende zaken:
1. Inleiding: Hoe ga je de tekst inleiden, welke manier ga je gebruiken?
2. Alinea's met deelonderwerpen, zoekvraag en aanvullende informatie.
3. Slot: Hoe ga je de tekst afsluiten, welke manier past bij jouw tekst?

Slide 3 - Slide

Wat zijn de 5-w en 1-h vragen?

Slide 4 - Open question

Wat is géén manier om je tekst af te sluiten?
A
Advies
B
samenvatting
C
conclusie
D
vragen stellen

Slide 5 - Quiz

Ik vind rood geen mooie kleur.
Feit of mening of argument?
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 6 - Quiz

Ook spelling is belangrijk voor de toets daarom nog een aantal vragen over spelling.

Slide 7 - Slide

Wij houden van Turkije en zijn daar al vaak op vakantie gewees...
A
t
B
d

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je mijn naam?
A
mevrouw Van der Wal
B
mevrouw van der wal
C
mevrouw Van Der Wal

Slide 9 - Quiz

Het land is beken... om de mooie bergen.
A
d
B
dt
C
t

Slide 10 - Quiz

Hij vertel.. altijd heel veel over het mooie weer.
A
d
B
dt
C
t

Slide 11 - Quiz

Landen schrijf je altijd met een hoofdletter, goed of fout?
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Ik vin... Grieks eten erg lekker.
A
d
B
dt
C
t

Slide 13 - Quiz

Is het Turks eten of turks eten?
A
Turks
B
turks

Slide 14 - Quiz

Wij gaan altijd met de auto naar Italië en ik ben dan altijd verveel...
A
t
B
dt
C
d

Slide 15 - Quiz

Ik vind het heel leuk om de zonnen want ik wil graag bruin worden.
Dit is......
A
mening met argument
B
feit met mening
C
feit met argument

Slide 16 - Quiz

Het land waar ik altijd op vakantie ga, is echt f.........
A
fantastis
B
fantastisch
C
fantastish

Slide 17 - Quiz

Zinnen mogen wel beginnen met en, maar, omdat en want.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Let op!

1. De spelling moet correct zijn.
2. Je schrijft een artikel voor de toets.
3. Zorg dat je het schrijfplan goed weet.
4. Denk aan je hoofdletters en punten.

Slide 19 - Slide