Der und ein-Gruppe

der- Gruppe und ein-Gruppe
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

der- Gruppe und ein-Gruppe

Slide 1 - Slide

door
tot
zonder
tegen
om
voor
bis
um
ohne
für
gegen
durch

Slide 2 - Drag question

uit
naar (personen)
van, door
na, naar
bij
sinds
met
von
zu
seit
nach
mit
bei
aus

Slide 3 - Drag question

Stel er staat geen voorzetsel in de zin, welk zinsdeel gebruik je dan in de 1e naamval?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp in een zin ? 


Wie/wat + gezegde*

* gezegde zijn alle werkwoorden in de zin

Slide 5 - Slide

Stel er staat geen voorzetsel in de zin, welk zinsdeel gebruik je dan in de 4e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin ?



wie/wat + gezegde + onderwerp

Slide 7 - Slide

Stel er staat geen voorzetsel in de zin, wanneer gebruik je dan de 3e naamval?
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp

Slide 8 - Quiz

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin ?



Je kunt voor het zinsdeel denkbeeldig 'aan' of 'voor' zetten

Slide 9 - Slide

DER-Gruppe 
m
v
o
mv
1
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
3
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 10 - Slide

EIN-Gruppe 
m
v
o
mv
1
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
3
einem Mann
einer Frau
einem Kind
keinen Kindern
4
einen Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder

Slide 11 - Slide

Oefenen met 1e, 3e en 4e naamval

Slide 12 - Slide

Ich mache jeden Tag mit .... (de) iPad (o) die Hausaufgaben.
A
dem
B
den
C
der

Slide 13 - Quiz

Ich gebe .... (de) alten Frau (v) ein Geschenk.
A
die
B
der

Slide 14 - Quiz

Hast du gegen ....... (onze) Mannschaft (v) gespielt?
A
unseren
B
unser
C
unsere

Slide 15 - Quiz

Ich mache jeden Tag mit .... (mijn) iPad (o) die Hausaufgaben
A
meinem
B
meinen
C
meiner

Slide 16 - Quiz

Für ..... (zijn) Musik (v) interessiere ich mich.
A
seinen
B
seine
C
sein

Slide 17 - Quiz

Ohne ..... (jullie) Männer (mv) kann unsere Mannschaft nicht gewinnen.
A
eure
B
euren
C
euer
D
euere

Slide 18 - Quiz

......(haar) Musik (v) finde ich toll
A
Ihr
B
Ihre

Slide 19 - Quiz

Ich gebe .... (jouw) Oma (v) ein Geschenk.
A
deinem
B
deiner
C
deinen

Slide 20 - Quiz

Ich habe .... (mijn) Hausaufgaben (mv) nicht gemacht
A
meine
B
meinen
C
mein

Slide 21 - Quiz

Durch ... (de) Mann habe ich die Prüfungen geschafft.

Slide 22 - Open question

Für ..... (mijn) Sohn habe ich Nachhilfe organisiert

Slide 23 - Open question

Nach ... (de) Schule spiele ich Fußball.

Slide 24 - Open question

Ich schreibe _______ (mijn) Mutter einen Brief

Slide 25 - Open question

Ich gebe meiner Schwester ______ (een) neues Buch.

Slide 26 - Open question

Zu .... (mijn) Kinder.. (mv) bin ich immer streng.
Let op, hier moet je ook het znw invullen!

Slide 27 - Open question

Um ... (een) guten Blick (m) zu bekommen brauchen wir eine Übersicht.

Slide 28 - Open question