Klare taal les 20 persoonlijke voornaamwoorden

Week 2:
persoonlijke voornaamwoorden als object in de zin
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 2:
persoonlijke voornaamwoorden als object in de zin

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Deze brief is niet voor ...
A
ik
B
mij
C
mijn
D
de brief

Slide 9 - Quiz

De pen is voor
A
jij
B
jouw
C
jou
D
de pen

Slide 10 - Quiz

Zijn die handschoenen van ...
A
uw
B
handschoenen
C
van
D
u

Slide 11 - Quiz

Het huiswerk is moeilijk voor Jean. Hij maakt ..... niet
A
jou
B
het
C
ik
D
jij

Slide 12 - Quiz

Schrijf persoonlijk voornaamwoorden

Slide 13 - Mind map

Maak een zin met het voornaamwoord 'ons'

Slide 14 - Open question

Maak een zin met het persoonlijke voornaamwoord ' jou'

Slide 15 - Open question