This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Opdracht 10
Een bedrijfsauto wordt aangeschaft voor € 60.000,-. De restwaarde is € 5.000,-. Door een misverstand schrijft men jaarlijks 12% van de boekwaarde aan het begin van het jaar af, in plaats van jaarlijks 10% van de aanschafprijs af te schrijven. Deze vergissing wordt aan het einde van het tweede jaar ontdekt. Hoeveel is er na twee jaar te weinig afgeschreven?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Opdracht 13 a Detaillist Sibon maakt gebruik van een bedrijfsauto. Uit de administratie blijkt dat de bedrijfsauto op 1 januari een boekwaarde heeft van € 4.000,-. De restwaarde is bij aanschaf vastgesteld op € 1.000,- en de gebruiksduur van de bedrijfsauto is vastgesteld op 8 jaar. Op deze bedrijfsauto is zeven keer op jaarbasis afgeschreven, met een vast percentage van de aanschafprijs.
a. Wat was de aanschafprijs van deze bedrijfsauto?
Slide 5 - Open question
Opdracht 13 b Detaillist Sibon maakt gebruik van een bedrijfsauto. Uit de administratie blijkt dat de bedrijfsauto op 1 januari een boekwaarde heeft van € 4.000,-. De restwaarde is bij aanschaf vastgesteld op € 1.000,- en de gebruiksduur van de bedrijfsauto is vastgesteld op 8 jaar. Op deze bedrijfsauto is zeven keer op jaarbasis afgeschreven, met een vast percentage van de aanschafprijs.
b. Bereken de jaarlijkse afschrijving in procenten van de aanschafprijs
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Opdracht 14
Uit de administratie van een supermarkt blijkt een keuken een boekwaarde te hebben van € 6.699,-. Op deze keuken is driemaal afgeschreven. Er wordt jaarlijks 12,5% van de boekwaarde aan het begin van het jaar afgeschreven.
Bereken de oorspronkelijke aanschafprijs van deze keuken.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Opdracht 15
Uit de administratie van een drogisterij blijkt dat de boekwaarde van een computer € 320,- is. Op deze computer is tweemaal afgeschreven. Er wordt jaarlijks 20% van de boekwaarde aan het begin van het jaar afgeschreven.
Bereken de oorspronkelijke aanschafprijs van deze computer
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Opdracht 17a
Supermarktketen Femjan schaft op 1 januari nieuwe kassa’s aan ter waarde van € 130.000,-. De economische gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 10.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
a. Welk bedrag wordt er maandelijks afgeschreven?
Slide 23 - Open question
Opdracht 17b
Supermarktketen Femjan schaft op 1 januari nieuwe kassa’s aan ter waarde van € 130.000,-. De economische gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 10.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
b. Wat is de boekwaarde van de kassa’s op 1 april in het jaar van aanschaf?
Slide 24 - Open question
Opdracht 17c
Supermarktketen Femjan schaft op 1 januari nieuwe kassa’s aan ter waarde van € 130.000,-. De economische gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 10.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
c. Bereken de afschrijving per jaar in een percentage van de aanschafprijs.
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Opdracht 18 a
Ondernemer Kleintjens schaft op 1 januari nieuwe machines aan ter waarde van € 400.000,-. De economische gebruiksduur is 5 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 50.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
a. Welk bedrag wordt er maandelijks afgeschreven?
Slide 28 - Open question
Opdracht 18 b
Ondernemer Kleintjens schaft op 1 januari nieuwe machines aan ter waarde van € 400.000,-. De economische gebruiksduur is 5 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 50.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
b. Wat is de boekwaarde van de machines op 1 juni van dat jaar?
Slide 29 - Open question
Opdracht 18 c
Ondernemer Kleintjens schaft op 1 januari nieuwe machines aan ter waarde van € 400.000,-. De economische gebruiksduur is 5 jaar en de restwaarde wordt geschat op € 50.000,-. De afschrijvingskosten worden maandelijks geboekt.
c. Hoeveel bedraagt de afschrijving per jaar in een percentage van de aanschafprijs?