Herhaling ecologie

Herhaling ecologie
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling ecologie

Slide 1 - Slide

Eten en gegeten worden

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, 
en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.

Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.

Slide 3 - Slide

Hoe gaat de kringloop van fotosynthese en verbranding?

  • Fotosynthese
    - Koolstofdioxide + Water + Energie -> Glucose + Zuurstof

  • Verbranding
    - Glucose + Zuurstof -> Energie + Koolstofdioxide + Water

  • Wat bij het ene ontstaat wordt gebruikt bij de andere!

Slide 4 - Slide

Fotosynthese
Verbranding

Slide 5 - Slide

Voedselrelaties

Slide 6 - Slide

Voedselketen

Slide 7 - Slide

Voedselweb = meerdere voedselketens door elkaar

Slide 8 - Slide

Producenten zijn planten

Slide 9 - Slide

consumenten 1ste orde= planteneters

Slide 10 - Slide

 Alleseters  consumenten 1e orde of hoger

Alleseters zijn dieren die planten en dieren eten.


Slide 11 - Slide

Consumenten 2e orde of hoger = vleeseters

Slide 12 - Slide

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren

Slide 13 - Slide

Reducenten
Bacteriën & schimmels

Slide 14 - Slide

De voedselkringloop

Slide 15 - Slide

6.2 Piramiden

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en biomassa weergeven.

Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt

Slide 17 - Slide

Piramide van aantallen
  • Een piramide van aantallen geeft aan hoeveel individuen van een soort er in een voedselketen zijn. 

  • Een piramide van aantallen heeft
    niet altijd een piramidevorm.

Slide 18 - Slide

Piramide van biomassa

Slide 19 - Slide

Energie verdwijnt uit de voedselketen

Slide 20 - Slide

Koolstof- en stikstofkringloop

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.

Je kunt de stikstofkringloop beschrijven.

Slide 22 - Slide

Kringloop van koolstof

Slide 23 - Slide

1. glucose
2. plant (plantaardige energiestoffen) 
3. schaap (dierlijke energiestoffen)
4. reducenten (energiestoffen)
5. verbranding plant
6. verbranding schaap
7. verbranding reducenten
8. koolstofdioxide 
9. fotosynthese 

Slide 24 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Biologisch evenwicht

Slide 32 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.

 
Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven. 

Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt
 beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Begrippen:
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap

Slide 35 - Slide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 36 - Slide

Voorbeeld van evenwicht
Een toenemend aantal konijnen (biotische factor) dan: 
  •  Vossenpopulatie groeit ook
  • Vos eet konijn, aantal konijnen neemt af
  • Niet genoeg konijnen, vossenpopulatie krimpt weer
  • enzovoorts

Slide 37 - Slide

Aanpassingen bij dieren

Slide 38 - Slide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Een ijsbeer is met zijn dikke witte vacht goed aangepast aan de koude Noordpool. Ook andere dieren hebben aanpassingen zodat ze kunnen overleven in hun ecosysteem. De meeste aanpassingen zijn erfelijk.

Slide 39 - Slide

Aanpassingen
Alle organismen hebben aanpassingen aan hun leefomgeving en hun leefwijze.

Zoals ademhaling, beweging, voeding, verdediging en voortplanting.


Vissen aangepast voor water (kieuwen)
Vogel voor vliegen (vleugels)

Slide 40 - Slide

Zoolganger            Teenganger           Topganger

Slide 41 - Slide

Vogels
De poten en snavels van vogels zijn aangepast aan hun leefwijze en voedsel

Slide 42 - Slide

Aanpassingen bij planten

Slide 43 - Slide

Lesdoel
Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Slide 44 - Slide

Huidmondjes zijn belangrijk bij de fotosynthese:
  • ze ademen overdag koolstofdioxide in
  • ze ademen overdag zuurstof en waterdamp uit
Bij verlies van teveel water, droogt een plant uit!
Huidmondjes

Slide 45 - Slide

Aanpassing plant bij een droge omgeving
  • Diepe wortels/breed wortelstelsel
  • Kleine/geen bladeren
  • Waslaagje
  • Haren of stekels tegen de zon
  • Water kunnen opslaan

Slide 46 - Slide

aanpassingen om beter te overleven
natte omgeving
- huidmondjes  aan oppervlak blad (veel)
- bladeren kaal, groot, dun, bedekt met dunne waslaag
- luchtkanalen in stengels voor vervoer zuurstof
- soms geen huidmondjes

Slide 47 - Slide

Aanpassingen aan licht

Zonneplanten : Groeien bij veel licht

Schaduwplanten: Groeien het best bij weinig licht
Voorjaarsbloeiers ; schaduwplanten die vroeg bloeien

Slide 48 - Slide