Observeren en signaleren

Observeren en signaleren
Observeren en stappenplan signaleren 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Observeren en signaleren
Observeren en stappenplan signaleren 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
• De student kan benoemen wat de begrippen signaleren, observeren en waarnemen inhouden.
  • De student kan uitleggen wat het verschil is tussen subjectief en objectief is
• De student kan passende acties uitvoeren, die kunnen volgen op een signalering
• De student kan een situatie observeren en waarnemen.

Slide 2 - Slide

Opdracht
Het filmpje wordt afgespeeld. Zie jij hoe vaak de mensen met het witte t-shirt de bal overgooien?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is observeren?

Slide 5 - Mind map

Observeren
Observeren betekent: het bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag met behulp van alle zintuigen. 


Slide 6 - Slide

Waarom observeren?

Slide 7 - Open question

Observeren doe je zo:
  • Kijken
  • luisteren 
  • voelen 
  • ruiken 
  • praten

Slide 8 - Slide

Subjectief en objectief
Interpreteren: Je bedenkt wat het gedrag betekent.

Het interpreteren van een observatie kan op twee manieren:
Subjectief: met een oordeel. De feiten met daarbij je mening en/ of gevoel. 
Objectief: zonder oordeel, alleen de feiten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is waarnemen?

Slide 16 - Mind map

Waarnemen
Informatie verwerken we via onze zintuigen.

Bewust of onbewust neem je van alles waar. 

In je werk is het belangrijk dat je je bewust bent van hoe je waarneemt. 

Slide 17 - Slide

Wat is signaleren?

Slide 18 - Mind map

Signaleren
Signaleren wil zeggen dat je gealarmeerd wordt door een waarschuwingsteken. 


In je werk let je bewust op signalen. Dat begint met bewust waarnemen tijdens je werk. 

Slide 19 - Slide

Opdracht
Het filmpje wordt afgespeeld. Tijdens het filmpje vinden er veranderingen plaats. Onthoud de veranderingen die je hebt waargenomen. 

Slide 20 - Slide

1

Slide 21 - Video

00:55
Wat heb je gezien tijdens dit filmpje?

Slide 22 - Open question

Stappenplan signaleren 
Stap 1: Signaal opvangen
Stap 2: Beslissen
Stap 3: Analyseren
Stap 4: Beslissen
Stap 5: Plan van aanpak
Stap 6: Uitvoeren
Stap 7: Evalueren 


Slide 23 - Slide

Opdracht Waarnemen
Jullie zitten groepjes van vier. Jullie hebben een nummer van 1 tot 4.
Nr. 1 en 2 gaan met de rug tegen elkaar aan zitten zodat ze elkaar niet kunnen zien.
Ze houden een gesprek van twee minuten over een zelf te kiezen onderwerp. Bespreek van tevoren waar je het over zult hebben.
 Nr. 3 en 4 gaan ieder een leerling observeren.
 Zij letten op de non-verbale signalen en noteren deze.
 Zij letten ook op de tijd.
Na twee minuten verwisselen jullie van rol.

Slide 24 - Slide

Nabespreking
• Hoe is het om elkaar niet te zien tijdens het gesprek.
• Welke non-verbale signalen zijn er gebruikt.
• Als je elkaar had kunnen zien was het gesprek dan beter of makkelijker verlopen?
• Vergelijk het eens met een telefoongesprek of een chat.
• Wat hebben jullie van deze oefening geleerd?

Slide 25 - Slide

Casus mw. Gerrits
  • Wat observeer je hier?
  • Welk non-verbale signalen worden waargenomen bij mw?
  • Welke veranderingen in de gezondheid signaleer jij bij mw?
  • Welke objectieve signalen signaleer je?
  • Welke subjectieve signalen signaleer je?
  • Welke acties zou jij ondernemen/uitzetten wanneer je deze signalen opmerkt?
  • Wat zou jij bespreken met je leidinggevende t.a.v. deze signalen?

Slide 26 - Slide

Objectief observeren is makkelijk, dat kan iedereen.

Slide 27 - Slide

Via je zintuigen neem je informatie op uit de omgeving
A
Observeren
B
Signaleren
C
Waarnemen

Slide 28 - Quiz

Objectief of subjectief:
Het is koud buiten
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 29 - Quiz

Signaleren is een vervolg op waarnemen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Wat is het doel van observeren?
A
Informatie over het gedrag en de situatie van de zorgvrager verzamelen.
B
Bedenken wat het gedrag betekent

Slide 31 - Quiz

Objectief of subjectief:
Hij is verdrietig
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 32 - Quiz

'Vooroordelen' kan een valkuil zijn bij het observeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz