• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

week 32 (week 19 2025)

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 47
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with text slides.

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je kennen en kunnen voor de laatste toets?



• Woordenlijsten H. 9 en 10
• Haben, sein  T 
• Esttentenregel
• modale ww TT 
• 3de en 4de naamval incl.    
   voorzetsels

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?

  • Anfang Kapitel 10
  • Hören
  • Wortschatz

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lernziel des Kapitels :

  • Je kunt vertellen over  vakantieplannen en op vakantie gaan
  • Je kunt een voorstel voor een activiteit doen
  • Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben
  • Je kunt de modale werkwoorden gebruiken in de tegenwoordige tijd
  • Je kent het verschil tussen müssen en sollen
  • Je kunt de klinkers en medeklinkers goed uitspreken                                   I        in het Duits

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lernziel für heute :

  • Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben

Slide 6 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

www.zdf.de

Slide 8 - Link

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?   Aufgaben 1 auf Seite 138
Wie?    zusammen
Hilfe?   keine
Zeit       10 Minuten
Fertig? Weiter mit Aufgabe 2
               




 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?  Kapitel 10: B-Wortschatz: Aufgaben 4, 5, 6, 7 
            und 8
Wie?    online und selbsständig
Hilfe?   die Wörterliste auf Seite 152
Zeit       bis zum Ende dieser Stunde
Fertig? StudyGo woorden hoofdstuk 10
               




 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
                       Online: K. Ferien; B-Wortschatz;    Aufgabe 5, 6, 7 en 8   
Lernen:
Die Wörterliste des Kapitels 10 (StudyGo)
           





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

heb ik woorden geleerd die met vakantie en activiteiten te maken hebben?


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik uitleggen wat een naamval is
..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen
..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin


Slide 16 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

www.zdf.de

Slide 18 - Link

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:

 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
das Pferd (o) wordt es
die Kinder wordt sie 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

aus
bei
mit 
nach 
seit
von 
zu
uit
bij
met
na, naar (bij plaatsen)
sinds
van
naar (bij personen)

Slide 23 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:

1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?  Grammatik:  Online: Kapitel 9 Einkaufen: E Grammatik
            Aufgabe 18, bis zum 26  (Buch: Seiten 114-118)
            Ga verder waar je ben gebleven!

Wie?   selbsständig, online
Hilfe?  Die Grammatik auf Seite 114 und 115
Zeit?    20 Minuten
Fertig? Wiederholung B-Wiederholung 9: Aufgaben
               6, 7, 8, 9



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lernziele erreicht?

..... kan ik uitleggen wat een naamval is
..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen
..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?

Modalverben

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik uitleggen wat een modaal werkwoord is
..... ken ik de modale werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen en gebruiiken in een zin.
..... kan ik uitleggen wat het verschil is tussen 'müssen' en 'sollen'.



Slide 35 - Slide

This item has no instructions



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 36 - Slide

This item has no instructions

www.zdf.de

Slide 37 - Link

This item has no instructions

Wat zijn Modalverben?
 Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading/betekenis aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen. 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Beispiele
Du musst jetzt Hausaufgaben machen.
Du kannst jetzt Hausaufgaben machen.
Du willst jetzt Hausaufgaben machen.
Du sollst jetzt Hausafgaben machen.
Du darfst jetzt Hausaufgaben machen.
Du magst jetzt Hausaufgaben machen.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

wissen
weten
dürfen
mogen, toestemming
können
kunnen
mögen
lusten, houden van
müssen
moeten, noodzakelijk 
sollen
moeten, bevel
wollen
willen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Konjugation von Modalverben im Präsens
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ich
muss
kann
will
soll
darf
mag
du
musst
kannst
willst
sollst
darfst
magst
er/sie/es
muss
kann
will
soll
darf
mag
wir
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
ihr
müsst
könnt
wollt
sollt
dürft
mögt
sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen
Sie
müssen
können
wollen
sollen
dürfen
mögen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Er zijn 2 kenmerken!
1: de klank (klinker) verandert in het enkelvoud (= ich, du en er/sie/es) (behalve bij sollen!)

2: de ich- en de er/sie/es- vorm zijn gelijk en krijgen GEEN uitgang!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Müssen oder sollen?

Müssen: moeten
noodzaak; 
het kan niet anders

Sollen: moeten: 
* een ander wil het ;
* vraag naar de mening van een ander

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?   Aufgaben 11, 12 en 13
Wie?    Online: K. 10 Ferien - D: Grammatik
Hilfe?   Die Grammatik auf Seiten 11 und 177
Zeit       15 Minuten
Fertig? StudyGo:  de modale werkwoorden leren!
               




 


Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


machen:
                       Aufgaben 11, 12 en 13
                           Online: K. 10 Ferien - D: Grammatik     
           





Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this

week 33 (week 20 2025)

16 days ago - Lesson with 38 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

week 19 (week 4 2025) klas 2 H8 Modalverben, Neuneinhalb en sprechen

December 2024 - Lesson with 43 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Week 30 (week 17-2024) klas 2 K10 Modalverben Wiederholung + Neuneinhalb Mehr Moor!

April 2024 - Lesson with 39 slides
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

week 12 2024 klas 2 Kapitel 8 Hören, Modalverben, Sprechen p/k/t

November 2024 - Lesson with 42 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Week 12 2024 klas 3 Kapitel 3:Hören, Grammatik Modalverben TT wiederholung, woorden leren + Blooket

November 2024 - Lesson with 40 slides
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Week 29 (week 16-2024) klas 2 K. 10 müssen en sollen + lesen

April 2024 - Lesson with 52 slides
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Week 17 (week 2 2025) 2025 klas 3 Derde naamval en sehen

December 2024 - Lesson with 42 slides
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Week 18 (week 3 2025) 2025 klas 3 Modalverben, luistertoets oefenen en schreiben

December 2024 - Lesson with 39 slides
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings