Les 5: tegenstelling en herhaling

Lesplan

1. Lezen
2. tegenstelling en herhaling
3. aan de slag (laatste opdrachten maken)

Schrijf mee!

Wat is hier de tegenstelling?

1. Een donkere nacht
2. De snelle sprinter
3. De luide stilte
4. Het groene gras

Bedenk twee woorden die een tegenstelling vormen

Tegenstelling

Tegenstelling = beeldspraak waarbij je twee tegenovergestelde woorden aan elkaar koppelt.

Voorbeeld:
- 'Gevangen vrijheid'
- 'Vrije regels'

Herhaling

Herhaling = het opnieuw terug laten komen van een woord of een zin.

Waarom zou je herhaling toepassen? Wat denken jullie

Welke herhaling horen jullie in Fresku's rap?

Aan de slag

Opdrachten: 11 & 12

Volgende week gedicht schrijven!
( + schrijftips)

Wat herhaalde Fresku's alsmaar?