Kantoormateriaal + maanden
1 / 40
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welk kantoormateriaal ken je?
Slide 2 - Mind map
Dit is een ...
Slide 3 - Open question
Dis is een ...
Slide 4 - Open question
Dit is een ...
Slide 5 - Open question
Dit is een ...
Slide 6 - Open question
Dit is een ...
Slide 7 - Open question
Dit is een ...
Slide 8 - Open question
Dit zijn ...
Slide 9 - Open question
Dit is een ...
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Open question
Dit zijn ...
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Open question
Dit is een ...
Slide 14 - Open question
Dit is een ...
Slide 15 - Open question
Papier dat je gebruikt om op te printen
A
Lamineerhoezen
B
Printpapier
C
Lamineermachine
D
Insteekhoezen
Slide 16 - Quiz
elektrisch apparaat om te printen of kopies te maken
A
lamineermachine
B
printpapier
C
kopieerapparaat
D
laptop
Slide 17 - Quiz
het elektrisch toestel dat je gebruik om te lamineren
A
lamineerhoezen
B
kopieerapparaat
C
chromebook
D
lamineermachine
Slide 18 - Quiz
apparaat dat je gebruikt om labels te maken
Slide 19 - Open question
doorzichtige mapjes van plastiek waar je papieren kan insteken
A
Insteekhoes
B
Lamineerhoes
C
Bestekmapje
Slide 20 - Quiz
Dit is een ...
A
Briefje
B
Kleefbriefje
C
Post-it
D
Tost-it
Slide 21 - Quiz
Dit is een ...
A
Plakband
B
Plakbandrolhouder
C
Plakbandhouder
D
Plakhouder
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
12 maanden = ..
A
50 dagen
B
12 weken
C
6 maanden
D
1 jaar
Slide 24 - Quiz
Wat is de laatste maand van het jaar?
A
Oktober
B
April
C
Februari
D
December
Slide 25 - Quiz
Deze maand is het september. Vorige maand was het...
A
december
B
oktober
C
augustus
D
juli
Slide 26 - Quiz
De tiende maand van het jaar is......
A
November
B
September
C
Juni
D
Oktober
Slide 27 - Quiz
De hoeveelste maand is maart?
A
2e maand
B
3e maand
C
4e maand
D
5e maand
Slide 28 - Quiz
Maart is de ... maand van het jaar.
A
twaalfde
B
derde
C
zesde
D
vierde
Slide 29 - Quiz
Als het nu juli is, welke maand was het dan 2 maanden geleden?
A
April
B
Januari
C
September
D
Mei
Slide 30 - Quiz
Juli is de ... maand van het jaar.
A
negende
B
zevende
C
vijfde
D
achtste
Slide 31 - Quiz
De maand november is in de ....
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 32 - Quiz
Wat is de twaalfde maand van het jaar?
A
januari
B
augustus
C
december
D
april
Slide 33 - Quiz
Een maand heeft ongeveer ...... weken
A
4
B
365
C
12
D
30
Slide 34 - Quiz
hoeveel maanden zij er
A
10
B
11
C
13
D
12
Slide 35 - Quiz
Wat is de vierde maand?
A
maart
B
juni
C
december
D
april
Slide 36 - Quiz
Wat is de zesde maand?
A
november
B
juli
C
juni
D
mei
Slide 37 - Quiz
Wat is de negende maand?
A
november
B
september
C
oktober
D
augustus
Slide 38 - Quiz
De maand november is in de ....
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter
Slide 39 - Quiz
De maand januari is in de
A
winter
B
lente
C
herfst
D
zomer
