Vraagaanpak 1

Vraagaanpak - les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vraagaanpak - les 1

Slide 1 - Slide

Wat verwacht je van de module vraagaanpak? Op welk vak ligt de focus?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
  • Je kan benoemen of een vraag een R, T1, T2 of I vraag is.
  • Je kent de verschillende markeerders in een vraag
  • Je kent het stappenplan

Slide 3 - Slide

Weet jij wat RTTI is?
A
Ja dit weet ik
B
Dit weet ik een beetje
C
Ik heb geen idee

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Reproductie - of kennisvragen (R)
  • Peilt of je wel over de nodige basiskennis beschikt en die ook kan reproduceren. 
  • Je kent bepaalde termen, definities, namen, ect. 

Voorbeeld: Geef twee redenen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog

Slide 6 - Slide



  • Wie, wat, waar, wanneer
  • Wat houdt ... in / wat wordt er bedoeld met / Wat verstaan we onder tot welk type hoort
  • Hoe
  • Op welke wijze



  • Noem
  • Plaats in chronologische volgorde
  • Duidt aan op de kaart
  • Citeer
Markeerders R-vragen

Slide 7 - Slide

Verzin zelf twee R-vragen

Slide 8 - Mind map

Toepassingsvragen (T1-T2)
  • Test of jij de opgedane kennis ook kan gebruiken.
  • Kan jij de leerstof ook toepassen in een gelijke situatie (T1)
  • Kan jij de leerstof ook toepassen in een nieuwe situatie (T2)
  • Onderscheid maken hangt af van de gegeven lesstof

Voorbeeld: Vergelijk de situatie van de Nederlandse economie voor en na de Coronapandemie.

Slide 9 - Slide


In hoeverre
Overeenkomst
Verschil
Oplossing
Bereken
Verandering
Gevolg


Waarom
Waarmee
Met welke
Markeerders T-vragen

Slide 10 - Slide

Verzin zelf twee T-vragen

Slide 11 - Mind map

Inzichtvragen (I)
  • Bij deze vragen moet je vaak even goed nadenken. 
  • Het is vaak niet gelijk duidelijk wat je moet doen. 

Voorbeeld: Leg uit dat de productie van katoen in Zuidoost- Anatolië gevolgen heeft voor de hoeveelheid water in Irak en Syrië.

Slide 12 - Slide



Toon aan
Beredeneer
Beargumenteer
Leg uit d.m.v een voorbeeld
Beschrijf
Gebruik de bron
Licht je antwoord toe


Motiveer
Gebruik
Stel dat
Verklaar
Markeerders I-vragen

Slide 13 - Slide

Verzin zelf een I-vraag

Slide 14 - Open question

Instructietaal
Woorden die je helpen op welke manier je antwoord moet gaan geven. 

Voorbeeld: 'Vergelijk'
Noteer de overeenkomsten en de verschillen 

Slide 15 - Slide

Vertel hoe iets er uit ziet
Trek een conclusie
Geef extra uitleg
Geef een nauwkeurige omschrijving
Schrijf op
Geef iets een naam
Beschrijf
Benoem
Motiveer
Besluit
Noteer
Definieer

Slide 16 - Drag question

Stappenplan vraag herkennen
Helpt je om te herkennen wat voor soort vraag het is.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Lezen: tekst op blz. 8 en 9
Maken: opdracht op blz. 9

Klaar? vragen labelen op blz. 13, 14 en 15.

Slide 19 - Slide