4.4 kerk en staat

Kerk en staat

paragraaf 4.4
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kerk en staat

paragraaf 4.4

Slide 1 - Slide

In de late middeleeuwen vond het begin van staatsvorming en centralisatie plaats en werden steden in toenemende mate zelfstandig.
Aan deze twee ontwikkelingen lag een onderlinge afhankelijkheid van koningen en steden ten grondslag. Leg dit uit.

Slide 2 - Open question

Kerk en staat

paragraaf 4.4

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
KA: het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben

Conflict tussen keizer en paus: de investituursstrijd 
Investituur = het benoemen van bisschoppen 

Mag alleen de paus of ook de koning/keizer bisschoppen benoemen?

Slide 4 - Slide

Tweezwaardenleer

Slide 5 - Slide

Hendrik IV
De Duitse koning Hendrik IV benoemde bisschoppen. Hij deed dat vooral bij (rijke) familieleden. 
  • de paus excommuniceerde hierdoor de koning
  • Hendrik verloor snel macht hierdoor
  • Gang naar Canossa: Hendrik IV moet boete doen.
1122: Concordaat van Worms --> einde aan de investituursstrijd 
Compromis: koning mocht geen bisschoppen meer benoemen, maar ze wel wereldlijke macht geven. 

Slide 6 - Slide

De gang naar Canossa
7 vrijwilligers nodig!

Slide 7 - Slide

Leg uit welk argument paus Bonifatius geeft
voor het primaat van de geestelijke macht.
Verwijs naar de bron

Slide 8 - Open question

Leg uit welk argument keizer Frederik Barbarossa
geeft voor het primaat van de wereldlijke macht
Verwijs naar de bron

Slide 9 - Open question

Wat werd er in 1122 afgesproken met het Concordaat van Worms?
Kortom, wie heeft er gewonnen?

Slide 10 - Open question

Investituur
  • Investituur: een plechtige benoeming
  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal
  • Meer trouwer aan de keizer dan de paus en geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 11 - Slide