Een model voor lopen

1 / 15

Slide 1: Video

NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Een model voor lopen

Slide 4 - Slide

In deze paragraaf leer je:

Hoe de slingerfrequentie van een been en zuinigheid met energie de loopsnelheid bepalen.

Welke factoren bepalen wanneer je overgaat van wandelen op rennen.

Slide 5 - Slide

Loopcyclus

1. Je zwaait je linkerbeen naar voren, je rechterbeen blijft staan;

2. Je linkerbeen komt op de grond en je zet af met je rechterbeen;

3. Je zwaait je rechterbeen naar voren, je linkerbeen blijft staan;

4. Je rechterbeen komt op de grond en je zet af met je linkerbeen.

Slide 6 - Slide

Zo min mogelijk energie gebruiken:

Staplengte klein: zwaartepunt op ongeveer dezelfde hoogte wat energie scheelt.

Stapfrequentie omhoog: is nodig om dezelfde snelheid te houden, wat meer energie kost.

staplengte en stapfrequentie aanpassen aan de beenlengte

= natuurlijke frequentie

Hoe langer de benen (slinger), hoe kleiner de frequentie

en hoe groter de staplengte

Slide 7 - Slide

Lopen als slingerbeweging

figuur 2 en 3 in je boek

Je bekken als scharnierpunt

Dan voet als scharnierpunt

Dan weer je bekken als scharnierpunt

Zwaartepunt gaat op-en-neer

Slide 8 - Slide

Zwaartepunt in een boog

omhoog

omlaag

E^{​ k ​ ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} m v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ z ​ ​} = m g h

Slide 9 - Slide

hoogteverschil of snelheid uitrekenen

m g h = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} m v^{​ 2 ​ ​}

E^{​ z ​ ​} = E^{​ k ​ ​}

h = \frac{​ v ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ 2 g ​}

m g h = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} m v^{​ 2 ​ ​}

v = \sqrt ​ 2 g h ​ ​ ​

Slide 10 - Slide

lopen rennen

Getal van Froude

(Een getal zonder eenheid om de beweging van mensen en dieren met elkaar te kunnen vergelijken)

< 0,5 = lopen

0,5 < 2,5 = rennen, draf

> 2,5 = onregelmatig zoals galloperen

Slide 11 - Slide

lopen rennen

Alles kost chemische energie

Wanneer rennen minder energie kost dan lopen,

ga je vanzelf rennen.

v > 8,0 km/h

per uur, dus ook per meter afgelegde afstand

grafiek figuur 5

Slide 12 - Slide

Getal van Froude

v = snelheid (ms-1)

g = valversnelling (ms-2)

l = beenlengte (m)

F^{​ r ​ ​} = \frac{​ v ^{​ 2 ​ ​} ​ ​}{​ g \cdot l ​}

Slide 13 - Slide

Weet je nu...?

Hoe de slingerfrequentie van een been en zuinigheid met energie de loopsnelheid bepalen.

Welke factoren bepalen wanneer je overgaat van wandelen op rennen.

Slide 14 - Slide

Volgende les

Opgaven maken

Experiment 1: plan maken

Slide 15 - Slide

Een model voor lopen

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

More lessons like this

Week 3 - Bovenbouw - Vaardigheden

Les 4 Galwegaandoeningen (einde van de les)

Sinterklaas les 1

14.5 les 1

H2 Krachten introductieles

Path AZ verdieping - galblaasaandoeningen

§3.4 Rekenen met energie

H2 Krachten introductieles