2H - Unité 5 aanwijzend vnw

Het aanwijzend voornaamwoord
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 3 - Quiz

VRAI OU FAUX
Er zijn twee aanwijzende vnw mogelijk voor mannelijk enkelvoud woorden.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 4 - Quiz

VRAI OU FAUX
Met een woord in het meervoud, moet je ook weten of het woord vrouwelijk of mannelijk is.
A
VRAI
B
FAUX

Slide 5 - Quiz

_____ livre [m]
dat/dit boek
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 6 - Quiz

________ dame (v)
die/deze dame
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 7 - Quiz

______agenda [m]
die/deze agenda
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 8 - Quiz

_______ émission (v)
deze/die uitzending (op tv)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 9 - Quiz

__________ garçons [m]
die/deze jongens
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 10 - Quiz

________ filles [v]
deze/die meisjes
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 11 - Quiz

_____ acteur [m]
deze/die acteur
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 12 - Quiz

______ journaux [m]
deze/die kranten
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 13 - Quiz

_______ chanteuses [v]
deze/die zangeressen
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 14 - Quiz

______ salade (v)
deze/die salade
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 15 - Quiz

.... étudiant [m]
Deze/die student
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 16 - Quiz

.... étudiante [v]
Deze/die studente
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 17 - Quiz