Week 16

doel 3

1 / 30

Slide 1: Slide

SpellingRekenenBasisschoolGroep 7

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz and text slides.

Lesson duration is: 35 min

Items in this lesson

doel 3

Slide 1 - Slide

doel 4

Slide 2 - Slide

timer

20:00

Maken:

- Werkboek bladzijden doel 3+4.

Klaar:

- Inleveren werkboek open voor in de klas.

- Conditietrainers afmaken / Bingel.

Slide 3 - Slide

cultuur

felicitatie

viaduct

principe

centimeter

injectie

continent

colawoord

centwoord

Slide 4 - Drag question

Persoonlijkvoornaamwoord

Slide 5 - Slide

Persoonlijkvoornaamwoord

Slide 6 - Slide

Telwoord

een

twee

drie

Rangtelwoord

eerste

tweede

derde

Slide 7 - Slide

Lijdend voorwerp

Vraag

Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp?

Ruben heeft de stof niet goed geleerd.

Slide 8 - Slide

Maken

- Opdrachten bladzijde 26

Klaar=

- Nakijken

- Staal oefenen blok 6 week 1 of 2

/ plusboek (pluskinderen)

timer

1:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

attent

batterij

bestemming

beginnen

essentieel

perron

beleven

evenaar

dromerig

haringen

bovendien

Apeldoorn

paleizen

seizoen

tijdelijk

trouwerij

verblijven

vertrouwen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vrijdag speelt basisschool "D'n Heiakker" koningsspelen. Deze dag begint om 08:30 uur. Ze spelen 9 sporten van ieder een kwartiertje. Ze hebben een pauze van 10 minuten en een pauze van 20 minuten. Hoe laat is de sportdag afgelopen?

A- 11:15 uur

B- 10:50 uur

C- 11:00 uur

D- 12:15 uur

Vincent gaat op vakantie naar Frankrijk. Hij moet 900 km rijden. Hij rijdt gemiddeld 90 km per uur. Hij neemt ook in totaal een uurtje pauze. Hoe lang zal de reis ongeveer duren?

A- 9 uur

B- 2 uur

C- 10 uur

D- 11 uur

Slide 18 - Slide

A- 11:15 uur

B- 10:50 uur

C- 11:00 uur

D- 12:15 uur

Slide 19 - Slide

Vincent gaat op vakantie naar Frankrijk. Hij moet 900 km rijden. Hij rijdt gemiddeld 90 km per uur. Hij neemt ook in totaal een uurtje pauze. Hoe lang zal de reis ongeveer duren?

A- 9 uur

B- 2 uur

C- 10 uur

D- 11 uur

Afstand (km)

Tijd (uur)

Slide 20 - Slide

0,75 x ........ =

Slide 21 - Slide

0,75 : ........ =

Slide 22 - Slide

100 x 5,1 =

10 x 691 =

1000 x 0,45 =

Slide 23 - Slide

39,90 : 10 =

7130 : 100 =

22 : 100 =

Slide 24 - Slide

som?

Slide 25 - Slide

Let op de eenheid!

Bijvoorbeeld: 250 meter

Of €30 euro

Slide 26 - Slide

inhoud= lengte x breedte x hoogte

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is de inhoud?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide