This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Veranderende ecosystemen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
www.google.com
Slide 3 - Link
PRIMAIR* vanaf niks
* kale rotsen/zand
* geen humus/voeding
* het ecosysteem moet opnieuw beginnen
Over tijd wordt de pioniersoort verdreven door een concurrent die profiteert van de voeding, en wordt die concurrent weer verder verdreven
SUCCESSIE
Slide 4 - Slide
Op een gegeven moment zijn alle mineralen beschikbaar, en is elke plek gevuld.
De kringloop is gesloten: alles wat vrijkomt wordt direct weer gebruikt.
Dit diverse, complexe ecosysteem noemen we het climaxsysteem.
Climaxecosysteem
Slide 5 - Slide
De tropische regenwouden in Guatemala zijn economisch belangrijk als toeristische trekpleister. Ook vanuit ecologisch oogpunt is het belangrijk dat deze wouden behouden blijven. Welke van de volgende uitspraken geeft dit ecologisch belang juist weer?
Als de omvang van de regenwouden kleiner wordt,
A
daalt het CO2-gehalte in de atmosfeer.
B
neemt de biodiversiteit af.
C
treedt in het resterende deel van de bossen minder snel successie op.
D
wordt de stikstofkringloop gesloten.
Slide 6 - Quiz
Secundair * brand, kap, etc.
* veel soorten/individuen
in één keer dood
* veel humus/voeding
* veel organisch materiaal
SUCCESSIE
Slide 7 - Slide
Een boer heeft een oud weiland niet meer nodig en laat het verwilderen. Is dit een vorm van successie, en waarom?
Slide 8 - Open question
Een invasieve exoot weet zijn weg te vinden in de Nederlandse natuur. Is dit een vorm van successie, en waarom vind je dat?
Slide 9 - Open question
Modelleren
Ecologie is complex, maar we kunnen het nabootsen!
Twee soorten modellen:
1) 'Weermodellen' -> wat gaat er gebeuren? Veel detail, precieze uitkomst
2) 'Verklaringsmodellen' -> simpele input, simpele output. Weten we genoeg?
Slide 10 - Slide
Aan de slag met de huidige situatie.
Volgende week starten we met de veranderingen.
Slide 11 - Slide
Modelleren
Wat hebben we geleerd van modellen?
* Ecosystemen zijn als deze balletjes: er zijn meerdere evenwichten mogelijk
* Met heel simpele regels kun je heel complex gedrag krijgen -> emergentie!
Slide 12 - Slide
Over de introductie van een exoot, zoals het konijn in Australië, wordt het volgende gezegd: 1) Na introductie groeit de populatie eerst volgens een J-curve 2) Op termijn ontstaat een stabiele populatie waarvan het aantal indivduen rond de draagkracht van het ecosysteem schommelt Welke bewering(-en) is/zijn juist?
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Bewering 1 en
bewering 2
D
Beide zijn onjuist
Slide 13 - Quiz
Activiteiten van de mens hebben invloed op de successie in duinvalleien. Uitbreiding van de bebouwing en het aanleggen van verharde wegen heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat er steeds minder nieuwe duinvalleien worden uitgestoven. Daarnaast pompen drinkwaterbedrijven water op uit de duinen, waardoor het grondwaterniveau in de duinen daalt en de duinvalleien verdrogen. Met een aangepast beheer wordt geprobeerd de duinvalleien te beschermen. Het betreden van de duinvalleien wordt aan banden gelegd. In sommige duingebieden worden bewust grazers geïntroduceerd. Leg uit hoe het inzetten van grote grazers de successie in duinvalleien kan beperken.
Slide 14 - Open question
Is er iets van dit hoofdstuk waar je graag nog extra uitleg over wil?
Slide 15 - Mind map
CO2 problematiek
Te veel deeltjes in de atmosfees zorgen voor het vasthouden van warmte op aarde
Klimaatverandering
Slide 16 - Slide
Koolstofkringloop
CO2
Glucose C6H12O6
Water H2O
Slide 17 - Slide
Maak van CO2 en H2O glucose
Glucose = C6 H12 O6
C = Koolstof
H = Waterstof
O = Zuurstof
Slide 18 - Slide
Wat gebeurt er als de glucose verbrandt?
Slide 19 - Slide
Stikstofkringloop
Slide 20 - Slide
Stikstofkringloop
Bij de stikstofkringloop volg je het atoom stikstof ==> aangegeven met een N
Slide 21 - Slide
Eigenschappen van Stikstof
evenwicht: dode materie -> reducenten -> planten
Te veel mest / uitstoot: zure omgeving
Kalk neurtraliseert deze zure omgeving en verdwijnt