Oefentoets H3 Pincode

Ren je rot! 
H3 Aan het werk
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ren je rot! 
H3 Aan het werk

Slide 1 - Slide

Spelregels: 
  • Per vraag heb je 3 antwoordmogelijkheden --> A-B-C
  • Je loopt binnen 3 seconden naar de flap met jouw antwoordkeuze! 

  • Sta je bij het goede antwoord? Dan speel je door.
  • Sta je bij het foute antwoord? Dan ben je af. 

Slide 2 - Slide

Welk begrip past bij de volgende omschrijving?
Een opleiding of cursus volgen waarin je leert voor een baan.

A
arbeidsverdeling
B
fulltimebaan
C
scholing

Slide 3 - Quiz

Lees de volgende zinnen.
Wie is de werkgever? Kies het juiste antwoord.

A
Johannes is eigenaar van een grote ijssalon.
B
Felix is beveiliger bij een mediabedrijf.
C
Emir werkt als verkoper in een grote autozaak.

Slide 4 - Quiz

Tot hij werkloos werd, werkte Marnix via het arbeidsbureau bij een bouwbedrijf. Na drie maanden werkloosheid heeft hij via het UWV een tijdelijke baan gevonden in een timmerwerkplaats.
Van wie krijgt Marnix zijn salaris?

A
Van de overheid.
B
Van de timmerwerkplaats.
C
Van het uitzendbureau.

Slide 5 - Quiz

Waarvoor geeft de Arbeidstijdenwet regels?

A
Voor werk- en rusttijden.
B
voor het minimum (jeugd)loon.
C
Voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Slide 6 - Quiz

Wat is geen arbeidsvoorwaarde?
A
het loon
B
aantal werkuren per week
C
soort werk

Slide 7 - Quiz

Wat is een vacature?
A
een baan waar iemand voor wordt gezocht
B
aanbod van arbeid
C
vraag naar arbeid

Slide 8 - Quiz

Wat doe je als je gaat solliciteren?
A
je biedt salaris aan voor arbeid
B
je baan opzeggen
C
je laat het bedrijf weten dat je graag de baan wilt

Slide 9 - Quiz

Waar uit bestaat de arbeidsmarkt?
A
uit mensen die werk zoeken
B
uit alle mensen die werk zoeken en al werken
C
uit mensen die werken

Slide 10 - Quiz

Hoeveel uren moet je minimaal werken bij een voltijdbaan?
A
36
B
40
C
32

Slide 11 - Quiz

Het contract stopt per 31-12-2022...
hier is sprake van een..
A
vaste baan
B
tijdelijke baan
C
deeltijdbaan

Slide 12 - Quiz

Peter is leidinggevende op de groente afdeling van de jumbo
peter is....
A
werknemer
B
werkgever
C
manager

Slide 13 - Quiz

Wat betekent CAO?
A
christelijke arbeidsovereenkomst
B
collectieve avond overeenkomst
C
collectieve arbeids overeenkomst

Slide 14 - Quiz

Een CAO gaat over....
A
over individuele afspraken
B
afspraken over arbeidsvoorwaarden
C
afspraken over bedrijfsregels

Slide 15 - Quiz

Wat is nettoloon?
A
Het loon dat je met je werk verdient
B
Het loon wat daadwerkelijk wordt uitbetaald
C
het loon dat in je contract staat

Slide 16 - Quiz

Je zit in je proeftijd en het opzegtermijn is 14 dagen.
je wilt stoppen, wanneer kan dit?
A
Op ieder moment binnen je proeftijd
B
14 dagen mag niet volgens de wet. Het is altijd 30 dagen.
C
Als je het nu aangeeft binnen 14 dagen

Slide 17 - Quiz

Welke uitkering krijg je als je werkloos bent geworden?
A
kinderbijslag
B
Bijstand
C
WW (werkloosheidswet)

Slide 18 - Quiz

Welke taak voert het UWV werkbedrijf uit?
A
Mensen weer naar school sturen.
B
Mensen helpen met het vinden van een nieuwe baan.
C
Mensen verplichten om vrijwilligerswerk te doen

Slide 19 - Quiz

Wat voor type diagram is deze afbeelding?
A
Lijndiagram
B
Staafdiagram
C
cirkeldiagram

Slide 20 - Quiz