Oefentoets H3 Pincode

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

In de zinnen hieronder ontbreken begrippen. Schrijf die begrippen op.

Op internet vindt je een 1… voor vakkenvullers bij de supermarkt in jouw buurt.
Omdat je graag wat wilt bijverdienen, besluit je te 2…
Omdat je werk zoekt, hoor je bij de 3…

Welk begrip past bij de volgende omschrijving?

Een opleiding of cursus volgen waarin je leert voor een baan.

1. Arbeidsverdeling
2. Fulltimebaan
3. Scholing
4. Vacature

Welk gevolg heeft een goede arbeidsverdeling voor de productie van een bedrijf?

Lees de volgende zinnen.
Wie is de werkgever? Kies het juiste antwoord.

1. Emir werkt als verkoper in een grote autozaak.
2. Felix is beveiliger bij een mediabedrijf.
3. Johannes is eigenaar van een grote ijssalon.
4. Sanne is mentor op een scholengemeenschap.

Tot hij werkloos werd, werkte Marnix via het arbeidsbureau bij een
bouwbedrijf. Na drie maanden werkloosheid heeft hij via het UWV een tijdelijke baan gevonden in een timmerwerkplaats.

Van wie krijgt Marnix zijn salaris?

1. Van de overheid.
2. Van de timmerwerkplaats.
3. Van het uitzendbureau.
4. Van het UWV.

Ricardo is 19. Na zijn mbo-opleiding houtbewerking kreeg hij meteen een baan bij een bouwbedrijf. Hij verdient € 1.849 bruto per maand. Op het van loon wordt € 118,35 aan loonbelasting ingehouden en aan sociale premies € 256 van het brutoloon.

Bereken hoeveel Ricardo per maand als nettoloon ontvangt.

Gert is 15 jaar en verdient het minimumjeugdloon.

Bereken hoeveel hij in een week verdient als hij in die week in totaal 11 uur werkt.

Bereken wat het minimumloon per maand is voor iemand van 18 jaar met een voltijdbaan van 40 uur per week. Rond je antwoord af op 2 decimalen.

Waarvoor geeft de Arbeidstijdenwet regels?

1. Voor de collectieve arbeidsvoorwaarden.
2. voor het minimum (jeugd)loon.
3. Voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
4. Voor werk- en rusttijden.

Anne werkt op een scholengemeenschap en heeft een overzicht gemaakt van het aantal leerlingen per deelschool.

In welke grafiek kan hij deze gegevens overzichtelijk presenteren?

1. In een cirkeldiagram of in een lijndiagram
2. In een cirkeldiagram of in een staafdiagram
3. In een lijndiagram of in een staafdiagram.
4. In een cirkeldiagram, lijndiagram of staafdiagram.