3.4 Brillen en contactlenzen

3.4 Brillen en contactlenzen
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Brillen en contactlenzen

Slide 1 - Slide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 3.4
  • Opdrachten maken 
  • LessonUp vragen
  • Filmpje --> hoe goed zijn je ogen?
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Tekenvragen
  • Bedenk voor jezelf welke stappen jij makkelijk vindt!
  • Gaan we in de herhalingslessen allemaal op een rijtje zetten!

Slide 3 - Slide

De afstand tussen het brandpunt en de les heet brandpuntsafstand (f)

De afstand tussen het voorwerp en de les heet voorwerpsafstand (v)

De afstand tussen het beeld en de lens heet beeldafstand (b)

Slide 4 - Slide

Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
4

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 3.4
  • Je leert hoe het oog in elkaar zit
  • Je leert hoe het beeld in je oog gevormd wordt
  • Je leert hoe je oog reageert op afstand
  • Je leert hoe je een oogafwijking verhelpt

Slide 6 - Slide

Je leert hoe het oog in elkaar zit

Slide 7 - Slide

Het oog
  • Iris = gekleurde deel van je oog
  • Regelt hoeveel licht er in het oog komt
  • Veel licht = kleine pupil, zo komt er minder licht in je oog

Slide 8 - Slide

Het oog
  • Pupil = zwarte gat middenin de iris
  • Donker binnen het oog
  • Als iemand in donker recht in flits kijkt, rode pupillen
  • Je ziet door de pupil de bloedvaten achter netvlies

Slide 9 - Slide

Het oog
  • Te veel ligt beschadigd netvlies, regelt iris 
  • Achter iris zit de lens 
  • Lens zorgt samen met hoornvlies voor scherp beeld op netvlies 
  • Signalen gaan door oogzenuw naar hersenen 

Slide 10 - Slide


Je leert hoe het beeld in je oog gevormd wordt

Slide 11 - Slide

Beeldvorming oog
  • Ooglens en hoornvlies vormen samen een beeld
  • Samen werken ze als een bolle lens 
  • Beeld wordt gevormd op het netvlies, achterin je oog

Slide 12 - Slide

Beeldvorming oog
  • De lens draait het beeld ondersteboven (vorige les gehad)
  • De lens draait links en rechts om.
  • Maakt het beeld kleiner 

Slide 13 - Slide

Vorige les gehad, in je oog zit natuurlijk ook een lens!

Slide 14 - Slide

Beeldvorming oog
  • Oogzenuw geeft signaal door aan de hersenen
  •  Je hersenen verwerken dit tot een beeld wat weer recht staat

Slide 15 - Slide

Aan de slag
bladzijde 141
opgave 1 t/m 13

Slide 16 - Slide

Opdrachten bespreken?

Slide 17 - Slide

Wat voor soort lens zit er in je oog?
A
Holle lens
B
Bolle lens
C
Platte lens

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het gekleurde deel van je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Lens
D
Netvlies

Slide 19 - Quiz


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 20 - Quiz

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Les 2 van 3.4
Brillen en contactlenzen

Slide 24 - Slide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 3.4
  • Overzicht tekenvragen 
  • Opdrachten 
  • Lesafsluiting

Slide 25 - Slide

Leerdoelen 3.4 vorige les 
  • Je leert hoe het oog in elkaar zit
  • Je leert hoe het beeld in je oog gevormd wordt

Slide 26 - Slide

Wat voor soort lens zit er in je oog?
A
Holle lens
B
Bolle lens
C
Platte lens

Slide 27 - Quiz

Het beeld dat op de achterkant van je oog wordt geprojecteerd
A
staat op de kop
B
is groter dan de werkelijkheid
C
staat rechtop
D
is kleiner dan in de werkelijkeheid

Slide 28 - Quiz

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 29 - Quiz

Leerdoelen 3.4 deze les
  • Je leert hoe je oog reageert op afstand
  • Je leert hoe je een oogafwijking verhelpt

Slide 30 - Slide


Je leert hoe je oog reageert op afstand

Slide 31 - Slide

Oog en afstand 
  • Zet je een voorwerp dichter bij een bolle lens, dan zet je het scherm verder weg om scherp beeld te houden
  • Kan bij oog niet
  • Netvlies zit steeds op ong. 2 cm afstand 
  • Om bij een andere voorwerpafstand toch scherp te zien, veranderd de ooglens van vorm = ACCOMODEREN 

Slide 32 - Slide

Accommoderen 
  • Ooglens wordt boller als je iets van dichtbij bekijkt
  • Als je in de verte kijkt wordt je ooglens minder bol

Slide 33 - Slide

Accommoderen 
  • Ooglens wordt boller als je iets van dichtbij bekijkt
  • Want bollere lens --> lichtstralen gaan sterker convergeren 

Slide 34 - Slide


Je leert hoe je een oogafwijking verhelpt

Slide 35 - Slide

Oogafwijkingen
  • Als je ouder wordt komt het nabijheidspunt verder van je oog af te liggen.
  • Je oog kan dan minder goed accommoderen.
  • Soms is een oogafwijking ook aangeboren.
  • Je gebruikt een (lees)bril of contactlenzen om jouw ooglens te helpen. 


Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Bijziend
Dichtbij scherp
Minder goed zicht veraf

Slide 38 - Slide

Verziend
Dichtbij niet scherp, veraf wel

Slide 39 - Slide

  • Ooglens is minder elastisch
  • Je hebt een positieve lens nodig
Oudziend

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

je kijkt op je horloge. daarna kijk je naar een kloktoren verwen. wat gebeurt er met je ooglens
A
Wordt boller
B
Wordt minder bol
C
De lens blijft hetzelfde

Slide 42 - Quiz

Aan de slag
bladzijde 145
opgave 14 t/m 24

Slide 43 - Slide