Formules en vergelijkingen

Tobias huurt bij een klusbedrijf een tegelsnijder.
Voor het berekenen van de huurprijs gebruikt het klusbedrijf
de formule aantal dagen x 6 + 4 = huurprijs.
Hoeveel uur kan Tobias de tegelsnijder voor € 16,- huren?
A
1
B
2
C
3
D
4
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tobias huurt bij een klusbedrijf een tegelsnijder.
Voor het berekenen van de huurprijs gebruikt het klusbedrijf
de formule aantal dagen x 6 + 4 = huurprijs.
Hoeveel uur kan Tobias de tegelsnijder voor € 16,- huren?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 1 - Quiz

Kijk in de grafiek.
Wat is de huurprijs voor 4 dagen werk?
A
24
B
28
C
32
D
36

Slide 2 - Quiz

Een fietsverhuurbedrijf berekent de huurprijs met de formule
aantal dagen x 5 +10 = huurprijs.
Vul bij deze formule de onderstaande tabel in.

Type je antwoord als 0 = …. 2 = …...

Slide 3 - Open question

Een fietsverhuurbedrijf berekent de huurprijs met de formule
aantal dagen x 5 + 10 = huurprijs.
Marit betaald voor het huren van een fiets € 45,-.
Hoeveel dagen heeft zij de fiets gehuurd?

A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 4 - Quiz

Maak de omgekeerde pijlenketting en bereken de oplossing.

Slide 5 - Open question

Maak de omgekeerde pijlenketting en bereken de oplossing.

Slide 6 - Open question

Jesse spaart voor een Wii-spelcomputer.
Hij heeft al 36 euro op zijn rekening staan.
Bij zijn spaartegoed hoort de formule
aantal weken x 8 +36 = aantal euro’s.
Hoeveel Jesse heeft gespaard na 12 weken.

A
132
B
134
C
136
D
138

Slide 7 - Quiz

Jesse spaart voor een Wii-spelcomputer. Hij heeft al 36 euro op zijn rekening staan. Bij zijn spaartegoed hoort de formule aantal weken x 8 + 36 = aantal euro’s.
Hoe ziet de teruggaande formule eruit?
(schrijf als aantal euro's ………………………………. = aantal weken)

Slide 8 - Open question

Maak de omgekeerde pijlenketting en bereken de oplossing.

Slide 9 - Open question

Maak de omgekeerde pijlenketting en bereken de oplossing.

Slide 10 - Open question

Chantal is lid van een schaatsvereniging.
Voor een jaarabonnement betaalt zij 40 euro.
Daarnaast betaalt ze per bezoek 3 euro.
Hierbij hoort de formule aantal bezoeken x 3 + 40 = bedrag.
Na de winter moet Chantal € 82,- betalen.
Hoe kan ze dit berekenen?
A
82 + 40 x 3 = aantal bezoeken
B
82 - 40 x 3 = aantal bezoeken
C
82 + 40 : 3 = aantal bezoeken
D
82 - 40 : 3 = aantal bezoeken

Slide 11 - Quiz

Chantal is lid van een schaatsvereniging.
Voor een jaarabonnement betaalt zij 40 euro.
Daarnaast betaalt ze per bezoek 3 euro.
Hierbij hoort de formule aantal bezoeken x 3 + 40 = bedrag.
Hoeveel moet Chantal betalen als zij 21 keer gaat schaatsen?
A
100
B
101
C
102
D
103

Slide 12 - Quiz