Wiskunde 3.2 en 3.3

3.2 en 3.3 formules en begingetal
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 en 3.3 formules en begingetal

Slide 1 - Slide

Wat kan je straks?
Marije heeft een bootje in Grou. Ze verzorgt hiermee rondvaarten. Kevin heeft een rondvaart geboekt. Ze varen 30 kilometer. 
Wat is het bedrag dat Kevin moet betalen? 
Maak een tabel. 
Teken de grafiek in een assenstelsel.
 Lees af hoeveel km Kevin kan varen voor 50,-

Formule
 a x 1,50 + 20= b 

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig?

Chromebook
Pen
Potlood
Liniaal
Ruitjespapier 

Slide 3 - Slide

Jelke verhuurt quads. Hij berekent de huurprijs met een pijlenketting.
 
Tijd in uren ---x20--->  ...  --- +30--->  = huurprijs in Euro's



Wat betaal je eenmalig?
Wat betaal je per uur? 

Slide 4 - Slide

Hoeveel euro betaal je voor6 uur?

tijd in uren ---x20--> ...----+30--->= huurprijs
A
200,-
B
300,-
C
150 ,-
D
56,-

Slide 5 - Quiz

Zijn de twee formules hetzelfde?
aantal uur x 25 + 50= bedrag
50 + 25 x aantal uur = bedrag

A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Ilse wil een taxi bestellen van haar villa in Boornbergum naar school. Dat is 15 km rijden. 



  • Maak 2 pijlenkettingen.
  • Bereken wie Sigrid het beste kan kiezen. 
  • Vergelijk en bespreek je uitkomsten in je tafelgroepje.
Geordy heeft een taxibedrijf
Geordy rekent 6,50 als instaptarief en 2 euro per km


Jasper zijn concurrent heeft ook een taxibedrijf.
Jasper rekent 1,00 als instaptarief en 3 euro per km.

Slide 7 - Slide

Sybo huurt een partytent voor 25,- per dag. Hij moet eenmalig 20,- betalen. 
Formule: 25 x aantal dagen + 20 = huurprijs

Maak de pijlenketting bij deze formule af
aantal dagen ____x...____> .... ____+...____> huurprijs

Sybo huurt de partytent voor 3 dagen. 
  1. Bereken  hoeveel hij moet betalen.
  2. Maak een tabel voor 5 dagen en vul in.
  3. Teken de grafiek bij de tabel in het assenstelsel

Slide 8 - Slide

Annie doet mee aan een sponsor'loop' skippyballen. 
Annie wordt gesponsord door haar buurvrouw. Ze geeft 15 euro en voor elk rondje dat ze om de school 'loopt' krijgt ze 2 euro extra. 

Formule: 15 + aantal rondjes x 2 = bedrag.
Annie hobbelt 5 rondjes

  1. Bereken hoeveel haar buurvrouw moet betalen
  2. Maak een tabel bij deze formule
  3. Teken een assenselsel en kies een geschikte stapgrootte voor de assen
  4. Teken de grafiek. Zet 'buurvrouw' bij de grafiek

Slide 9 - Slide

Jeffrey belt veel. Heel erg veel. 
Zijn telefoonrekening is altijd super hoog. Hij zoekt nu een ander abonoment.

 Bij telefoonmaatschappij Doubwebeltvoordelig gebruiken ze de volgende formule om de  maandelijkse belkosten te berekenen. Jeffrey krijgt per aand 75 belminuten. Voor elke extra minuut betaalt hij 0,11 euro.

aantal minuten x 0,11 + 15 = belkosten 
De formule kun je korter schrijven door woorden te vervangen met een letter.

DUS:

15 + a x 0,11 = b

Slide 10 - Slide

Tot slot
Lia heeft een bootje in Grou. Ze verzorgt hiermee rondvaarten. Lysanne heeft een rondvaart geboekt. Ze varen 30 kilometer.
Wat is het bedrag dat Lysanne moet betalen?
Maak een tabel.
Teken de grafiek in een assenstelsel.
 Lees af hoeveel km Lysanne kan varen voor 50,-

Formule
 a x 1,50 + 20= b 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je kunt nu 
  1. Een pijlenketting maken
  2. Een tabel bij een formule maken
  3. Een assenstelsel tekenen
  4. Een grafiek tekenen 
  5. Een formule korter schrijven
  6. Begrijpen wat a x 2,50 + 50 = b betekent

Slide 13 - Slide