7.2 Fasen en fase-overgangen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

7.2 Fasen en fase-overgangen

Lesdoel; de zes fase-overgangen benoemen.

Aangeven welke fase een stof heeft.

1 Smelten (bij water ontdooien)

2 Stollen (bij water bevriezen)

3 Verdampen

4 Condenseren

5 Rijpen

6 vervluchtigen

Fase bepalen

Onder het smeltpunt: vast

Tussen het smeltpunt en kookpunt: vloeibaar

Boven het kookpunt; gasvormig

De fase bepalen van: alcohol van -115°C,  kwik van -30°C, stikstof van -180°C, stikstof van -200°C,

lood van 328°C

Tijdens het smelten en koken van een zuivere stof blijft de temperatuur constant.

Mengseles hebben een kooktraject.

Belang lesdoel

Fase-overgangen komen vaak voor in het dagelijkse leven.

Verdampen/condenseren komt vaak terug bij examens.

Controlevraag

Neem de driehoek over en vul de fase en overgangsfase in

Controlevragen

controlevraag

Welke fase-overgang zie je in de volgende dia ?

Welke stof is (zijn) bij kamertemperatuur:

a vast

b vloeistof

c gas