toetsje 2.1 Celorganellen dierlijke cel

D-toetsje 2.1 dierlijke cel
1 / 7
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 7 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

D-toetsje 2.1 dierlijke cel

Slide 1 - Slide

Functie van het celmembraan 
Functie van de kern 
Wat is cytoplasma?
Wat is Golgisysteem?
Zorgt ervoor dat het hele cel goed kan functioneren
Zorgt voor begrenzing van de cel 
Hierin liggen alle onderdelen van de cel. 
Transport- en sorteersysteem in de cel; maakt lysosomen

Slide 2 - Drag question

Mitochondriën
Golgi-systeem
E.R.  (Endoplasmatisch reticulum)
Ribosoom

Slide 3 - Drag question

Wat is de functie van onderdeel X?
A
Maken van energie
B
maken van eiwitten
C
transporteren van eiwitten
D
verpakken van eiwitten in blaasjes

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van dit onderdeel?
A
Aanpassen van eiwitten en verpakken in blaasjes
B
Energieproductie
C
maken van vetten
D
Eiwitsynthese

Slide 5 - Quiz

Planten en dieren
Vacuolen zijn betrokken bij de afbraak van grote moleculen (macromoleculen) en het
hergebruik van de afbraakproducten in de cel. Celorganellen zoals mitochondriën en plastiden kunnen geheel in de vacuole worden afgebroken. Door deze activiteiten zijn de vacuolen vergelijkbaar met organellen die in dierlijke cellen voorkomen.
Welk type organel in dierlijke cellen heeft een vergelijkbare functie?
A
een lysosoom
B
een ribosoom
C
het endoplasmatisch reticulum
D
het golgisysteem

Slide 6 - Quiz

Een sportarts neemt een biopt (monster) van de beenspier bij een goed getrainde marathonloper en bij een ongetrainde proefpersoon. Hij kleurt beide monsters om de organellen te kunnen zien en bekijkt ze onder een elektronenmicroscoop met een sterke vergroting.

Wat neemt de arts waarschijnlijk waar in de cellen?
A
Veel ER in de spiercel van de marathonloper
B
Veel ER in de spiercel van de ongetrainde proefpersoon
C
Veel mitochondrien in de spiercel van de marathonloper
D
Veel mitochondrien in de spiercel van de ongetrainde proefpersoon

Slide 7 - Quiz