FPZ buik en blaas herhaling

FPZ buik en blaas
Herhaling 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

FPZ buik en blaas
Herhaling 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen onderdeel van de maagdarmstelsel?
A
Slokdarm
B
Blinde darm
C
Anus
D
Hart

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


wat is een maagzweer?
A
beschadiging van het maagslijmvlies
B
litteken op de maag
C
l
D
maag verdraaiing

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een functie van maagzuur?
A
Het speelt een rol bij de vertering
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Een zuurder 'smaakje' toevoegen aan voedsel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Je dikke darm is een.....
A
Orgaan
B
Orgaanstelsel
C
Weefsel
D
Cel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Aandrang- of urge-incontinentie bij wie komt dat vaak voor?
A
Bij vrouwen tussen 20-60 jaar
B
Bij kinderen onder de 6 jaar.
C
Zowel mannen als bij vrouwen vooral 55+.
D
Bij oudere mannen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

stressincontinentie of inspanningsincontinentie, bij wie komt dat vaak voor?
A
Bij vrouwen tussen 20-60 jaar
B
Bij kinderen onder de 6 jaar.
C
Zowel mannen als bij vrouwen vooral 55+.
D
Bij oudere mannen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Klacht: Het terugvloeien van (zure) maaginhoud de slokdarm in. Dan is er sprake van.....
A
Brandend maagzuur
B
maagpijn
C
Misselijkheid
D
maagzweer

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

enuresis nocturna

A
bedplassen bij kinderen onder de 6 jaar
B
bedplassen bij kinderen boven de 6 jaar
C
weet ik niet

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang kunnen aarsmaden zijn?
A
0,2-1,3 cm
B
0,5-1 cm
C
2-3 cm
D
1-5 cm

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe worden aarsmaden overgedragen?
A
Via voedsel
B
Van dier op mens
C
Van mens op mens
D
Via water

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ontstaat meestal een besmetting met lintworm?
A
Het eten van rauwe ongewassen groente en/of fruit
B
Het eten van rauw vlees
C
Het eten van rauwe eieren of ei-producten
D
Van rauwe melk of melkproducten

Slide 12 - Quiz

Besmetting met lintwormen ontstaat door het inslikken van eitjes van de lintworm. Deze eitjes zitten vooral in rauw vlees (bijvoorbeeld filet americain) of ongaar vlees. Lintwormen komen in Nederland nauwelijks voor omdat het vlees in slachthuizen wordt gecontroleerd.
Loperamide is een bekend middel tegen;
A
Maagzweren
B
ontsteking in de middelste luchtwegen
C
Diarree
D
Vitaminen te kort

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Moet diarree altijd behandeld worden?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 14 - Quiz

nee, wanneer je maar 1 of 2x water dunne ontlasting hebt gehad dan is het niet persé nodig dit te behandelen. Alleen wanneer je er last van hebt omdat je bijvoorbeeld op reis gaat dan kan je er een middel voor nemen.
Je spreekt pas van diarree bij meerder keren per dag water dunne ontlasting
Wanneer stop je met loperamide gebruik?
A
als 2x normale ontlasting heeft plaatsgevonden
B
stoppen zodra normale ontlasting plaatsvindt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke leefregel past NIET bij obstipatie?
A
Meer bewegen want dat bevordert de darmen
B
Stoppen met roken en alcohol verminderen
C
Vezelrijk voedsel zoals granen en groente
D
Veel drinken, 1,5 - 2 liter per dag

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ors zorgt ervoor dat...
A
je niet zweet
B
je niet uitdroogt bij diarree en houd vocht vast
C
je niet aankomt
D
je lekker kunt slapen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is obstipatie?
A
Normaal ontlastingspatroon
B
Dunne ontlasting
C
Veel ontlasting
D
Verstopping van de darmen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn wormen?
A
Bacterien
B
Schimmels
C
Parasieten
D
Insecten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het gebruik van Mebendazol voor aarsmade
A
Elke week 1 tablet, gedurende 2 weken
B
Gedurende 1 week 1 malig 2 tabletten
C
1 maal per dag 1 tablet gedurende 2 dagen
D
1 tablet nu en 1 tablet over 14 dagen.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een andere naam voor maagwandbeschermende middelen?
A
Protonpompremmer.
B
Mucosaprotectiva.
C
Contactlaxantia.
D
Antacide.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werken mucosaprotectiva?
(b.v. Sucralfaat)
A
leggen een beschermlaagje over de wand
B
neutraliseert het aanwezige maagzuur
C
remt de uitscheiding van maagzuur
D
stimuleert de maaglediging

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke groep hoort omeprazol?
A
Antacida
B
H2 antagonist
C
protonpompremmer

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk middel is de eerste keus bij medicamenteuze behandeling van maagklachten?
A
Omeprazol
B
Algedraat/ magnesiumzout
C
Ranitidine
D
Antacidum combinaties met calciumcarbonaat

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Algedraat/magnesiumhydroxide
A
Antagel
B
Nexium
C
Gaviscon
D
Maalox

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Antagel neem ik in ....
A
1 uur voor elke maaltijd en bij wakker worden
B
1 uur na elke maaltijd en bij wakker worden
C
1 uur na elke maaltijd en voor het slapen gaan
D
1 uur voor elke maaltijd en voor het slapen gaan

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

MAG JE EEN UITWENDIGE AAMBEI ZELF TERUGDUWEN?
A
NEE NATUURLIJK NIET. DAT IS ONHYGIENISCH.
B
JA NATUURLIJK WEL. DAT MOET ALTIJD
C
NEE, NOOIT DOEN. ALLEEN EEN ARTS MAG DIT DOEN,
D
JA, DIT MAG. MEESTAL IS DIT MOGELIJK BIJ GRAAD 3

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ontstaan aambeien?
A
Door te hard persen bij de bevalling
B
Door te hard persen bij een toiletbezoek
C
Door krachtig te hoesten
D
Antwoord A, B en C zijn correct

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN niet medicamenteus advies bij aambeien
A
Ontlasting niet ophouden
B
Hoofdeinde van het bed iets verhogen
C
Niet persen
D
Juiste houding bij toiletgang

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Bij uitwendige aambeien gebruik je
A
zalf
B
capsules
C
weet ik niet
D
neusspray

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Einde les
A
Ik begrijp de stof al aardig!
B
Ik vind het maar lastig
C
Het gaat best goed, moet wel nog studeren

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions