Zinsdelen

Zijn jullie aan het genieten van de sneeuw?
Ja, lekker naar buiten.
Ja, lekker binnen.
Nee, mij te koud.
Ben nu wel weer klaar met die sneeuw.
1 / 15
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zijn jullie aan het genieten van de sneeuw?
Ja, lekker naar buiten.
Ja, lekker binnen.
Nee, mij te koud.
Ben nu wel weer klaar met die sneeuw.

Slide 1 - Poll

Wat moet je kennen voor het PW? 
  1. Hoe vind je de persoonsvorm?
  2. Hoe vind je het onderwerp?
  3. Hoe vind je het lijdend voorwerp?
  4. Hoe vind je het gezegde? 

Slide 2 - Slide

Het stappenplan
Stap 1: vind de persoonsvorm -> tijdsproef of vraagproef.
Stap 2: vind het onderwerp -> wie of wat + pv?
Stap 3: vind het gezegde -> ALLE werkwoorden in een zin (je kan het doen)
Stap 4: vind het lijdend voorwerp -> wat of wie + gez +ond? 

Slide 3 - Slide

Oefenen stappenplan

De sneeuw valt hard. 
Stap 1: PV -> vraagproef: Valt de sneeuw hard? 
Stap 2: OND -> wie of wat + pv? Wie of wat valt? De sneeuw.
Stap 3: GEZ -> ALLE werkwoorden in de zin (PV ALTIJD WW) -> valt.
Stap 4: LV -> wat of wie + gez + ond?  -> Wat of wie valt de sneeuw? hard

Slide 4 - Slide

Het stappenplan
Stap 1: vind de persoonsvorm -> tijdsproef of vraagproef.
Stap 2: vind het onderwerp -> wie of wat + pv?
Stap 3: vind het gezegde -> ALLE werkwoorden in een zin (je kan het doen)
Stap 4: vind het lijdend voorwerp -> wat of wie + gez +ond? 

Slide 5 - Slide

PV
OND
GEZ
LV
Ed
deelde
de proefwerkblaadjes
uit.

Slide 6 - Drag question

PV
OND
GEZ
LV
De agent
deelt
bekeuringen
uit. 

Slide 7 - Drag question

PV
OND
GEZ
LV
De winnaar van de talentenjacht
wint
een tv-optreden.

Slide 8 - Drag question

PV
OND
GEZ
LV
Carlos
pestte
Karen
via Instagram.

Slide 9 - Drag question

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Het onderwerp vind je door jezelf de volgende vraag te stellen:
wie of wat + PV?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Het lijdend voorwerp vind je door jezelf de volgende vraag te stellen:
wat of wie + gez + ond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Het gezegde is alleen de persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De toets gaat mij lukken!
Zeker!
Ik vind het wel lastig, maar het komt goed.
Nee, ik vind het te moeilijk.

Slide 14 - Poll

Wie komt er naar de extra uitleg?
Ik
Ik niet

Slide 15 - Poll