H3 Lezen (les 4)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek


Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen theorie lezen hoofdstuk 3
  • Huiswerk nakijken => vragen stellen
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.3 Lezen
  • Wat is een betogende tekst is?
  • Welke opbouw heeft een betogende tekst?
  • Wat zijn argumenten?
  • Wat doe je bij kritisch lezen?
  • Noem een zin/zinnen met een voorbeeld van het tekstverband oorzaak en gevolg.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Wat is een betogende tekst?

Slide 4 - Slide

Wat is een betogende tekst?
  • De schrijver geeft zijn mening. 
  • Hij wil de lezer overtuigen dat zijn mening juist is. 
  • Hij doet dat door argumenten te gebruiken.

Voorbeelden: een opiniërend artikel, boekbespreking of klachtenbrief.

Slide 5 - Slide

Indeling betogende tekst

Slide 6 - Slide

Indeling betogende tekst
Vaak heeft een betoog een driedeling:
  • inleiding: onderwerp en mening
  • kern: argumenten voor die mening
  • slot: conclusie of samenvatting

Hoofdgedachte: mening van de schrijver, meestal met daarbij zijn/haar belangrijkste argument.

Slide 7 - Slide

Argumenten

Slide 8 - Slide

Argumenten
Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

Feiten zijn sterkere argumenten, want die kun je controleren.

Slide 9 - Slide

Leesstrategie: kritisch lezen p. 174
Doel: 
Hoe: 

Bijvoorbeeld

Slide 10 - Slide

Leesstrategie: kritisch lezen p. 174
Doel: beoordelen of de inhoud van de tekst overtuigend is. 
Hoe: door kritische vragen te stellen bij de argumenten. 

Dus: is de schrijver deskundig, is de informatiebron betrouwbaar en is de informatie waar.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld van:
Zin of zinnen met tekstverband oorzaak en gevolg.

Slide 12 - Slide

Oorzaak en gevolg (p. 175)
Signaalwoorden:
doordat, zodat, daardoor,
waardoor, met als gevolg

compleet overzicht:
p. 232

Slide 13 - Slide

Vals is een verdienstelijke thriller
Opdracht: 12, 13 en 14 nakijken

Slide 14 - Slide

Werkmoment
  • Maak van 3.3: opdracht 15 en 16.
  • Af? Ga verder met 17 tot en met 20.
  • Dit is woensdag voor de les af.

Slide 15 - Slide

Afsluiting
  • Dinsdag in de les maken we Test Jezelf 3.3.
  • Dus je hebt voor de les af: 10 t/m 16 van 3.3.

Slide 16 - Slide