H2: prépositions (sport et musique)
Als je vertelt welk muziekinstrument je bespeelt gebruik je het voorzetsel...
A
de
B
à
1 / 10
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Als je vertelt welk muziekinstrument je bespeelt gebruik je het voorzetsel...
A
de
B
à
Slide 1 - Quiz
Als het muziekinstrument mannelijk is gebruik je:
A
de la
B
de le
C
du
Slide 2 - Quiz
Als het muziekinstrument vrouwelijk is gebruik je:
A
de la
B
de le
C
du
Slide 3 - Quiz
Bij balsporten gebruik je altijd het voorzetsel...
A
de
B
à
Slide 4 - Quiz
Omdat balsporten altijd mannelijk zijn, moet je dus ....... gebruiken.
A
à la
B
à le
C
au
Slide 5 - Quiz
Even checken of je hebt opgelet;)
Welke is juist?
Welke is juist?
A
je joue à la tennis.
B
Je joue au tennis.
C
Je joue à le tennis
Slide 6 - Quiz
Maak de zin af.
Ils jouent ....... .
Ils jouent ....... .
Slide 7 - Open question
Maak de zin af.
Elle joue ..... .
Elle joue ..... .
Slide 8 - Open question
Er zijn ook sporten die met het voorzetsel 'de' gaan. Wat gebruik je als de sport mannelijk is?
A
du
B
de la
Slide 9 - Quiz
Er zijn ook sporten die met het voorzetsel 'de' gaan. Wat gebruik je als de sport vrouwelijk is?
A
du
B
de la
