Deel 2 Verg

Salvete omnes!
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Klassieke TalenMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Salvete omnes!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

#explainafilmplotbadly,
maar dan nu voor het verhaal van Dido (en Anna) en Aeneas dat jullie tot nu toe kennen
timer
5:00

Slide 3 - Open question

We zijn geëindigd bij r. 89; 
Dido die toegeeft aan de liefde voor Aeneas
& de bouw van de stad die stil komt te liggen door deze liefde

ene lokaal 1e uur: puzzel maken
andere lokaal 1e uur: naar een puzzel luisteren & vertalen 

Slide 4 - Slide

We gaan verder met de passage voor Dido's dood, in r. 584
Wat is er in deze 500 regels gebeurd? 

Slide 5 - Slide

Het vervolg
- Juno plot
- Venus stemt in
- jachtpartij in de bergen

Slide 6 - Slide

'Jachtpartij'
"Eerst geven Tellus en Iuno, godin van het huwelijk
een teken: bliksems flikkeren, ook de aether, getuige bij het verbond, en op de bergtop juichen de nimfen.
Die dag was de eerste van de dood en de eerste aanzet tot een serie ellende, want niets meer trekt Dido zich aan van fatsoen of reputatie; zij noemt het een huwelijk, met deze aanduiding camoufleert zij haar schuld"

Slide 7 - Slide

Gerucht / Fama gaat rond.
Teken hoe gerucht eruit ziet. 
timer
1:30

Slide 8 - Slide

Fama
"Moeder aarde bracht haar voort, ontstoken in woede op de goden, haar laatste, zoals verluidt, een zus voor Coeus en Enceladus, rap ter been en met verderfbrengende vleugels,
een griezelig monster, reusachtig; zoveel veren als ze aan haar lichaam heeft zoveel waakzame oogjes zitten daaronder (wonderlijk om het te beschrijven), en evenveel tongen, ze kletst met evenveel monden, spitst evenveel oren."

Slide 9 - Slide

Het vervolg
  • Koning Iarbas wordt boos ‘ze wijst mij af, maar wel met hem?’ Hij bidt tot Jupiter en Jupiter stuurt Mercurius naar Aeneas om hem te herinneren aan zijn lot
  • Mercurius doet zijn kleding aan & vliegt als een vogel naar Aeneas
  • Aeneas weet niet wat hij moet zeggen tegen Dido, dus doet het enige volwassene: HIJ GAAT 'GEWOON' WEG 

Slide 10 - Slide

Het vervolg
  • Fama laat Dido weten dat Aeneas weggaat en stormt op hem af: Ga je weg ondanks je belofte en mijn zekere dood als je weggaat? Als je weg wass gegaan nadat er een kleine Aeneas was, nog tot daar aan toe. 
  • Aeneas: Ik heb geen spijt, wilde niet stiekem weggaan, maar ik wilde nooit trouwen, wilde nieuw Troje stichten. Mercurius kwam bij me. Ik ga niet weg uit eigen keus.  

Slide 11 - Slide

Het vervolg
  • Dido is not amused.
  • Ik redde hem, gaf hem deel aan de macht. Ik zal je niet tegenhouden, maar ik zal je als schim overal bezoeken (??!?!) Rent weg. 
  • Aeneas wil nog wat zeggen, want toch ook bevangen door sterke liefde, maar zijn plichtsgetrouwheid is sterker.
  • Ze smeekt Anna bij Aeneas te bidden voor tijd
  • Aeneas geeft geen gehoor

Slide 12 - Slide

Het vervolg
  • Dido verlangt te sterven, verbergt dit voor haar zus
  • List: "Middeltje gevonden tot laatste hoop: Richt een brandstapel op met het echtelijke bed, zijn bewapening"
  • Dido voelt zich schuldig over haar verbroken verbond met Sychaeus, Dido geeft Anna ook schuld
  • Aeneas probeert nog wat te slapen, maar Mercurius spoort hem aan NU te gaan want Dido is listen en bezweringen aan het voorbereiden 
  • En snijdt de touwen door om te vertrekken 

Slide 13 - Slide

r. 584-591: extra aantekeningen
  • prima novo lumine - ochtendlicht (welk voorzetsel heb je nodig gezien de naamval?) 
  • croceum bij cubile 
  • linquens bij Aurora
  • vidit = indicativus perfectum, dus ut = ?
  •  vidit primam lucem (albescere) EN vidit classem (procedere)
  • sensit litora EN sensit vacuos portus 
  • manu = hand (groep 4; exercitus)
  • percussa (ppp; ow Dido) + acc ; welk voegwoord heb je nodig?
  • pectus, pectoris (n) = borst 
  • abscissa (ppp: ow Dido) ; welk voegwoord heb je nodig? 
  • ibit - is welke tijd? van welk klein moeilijk ww? 

Slide 14 - Slide

Salvete omnes!
Vandaag 8 regels bespreken
4 regels vertalen

Slide 15 - Slide

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606)
 Et iam prima novo spargebat lumine terras

585 Tithoni croceum linquens Aurora cubile.
 
Regina e speculis ut primam albescere lucem

vidit et aequatis classem procedere velis,

Slide 16 - Slide

a. Dido ziet onverwachts Aeneas met zijn vloot vertrekken (IV, 584-606)
litoraque et vacuos sensit sine remige portus,

terque quaterque manu pectus percussa decorum

590 flaventisque abscissa comas ‘Pro Iuppiter! Ibit
        
hic,’ ait ‘et nostris inluserit advena regnis? 

Slide 17 - Slide

Huiswerk donderdag:
 (Viri) non arma expedient totaque ex urbe (Troianos) sequentur,

diripientque rates alii (ex) navalibus? Ite,
                                                                      (aandrijven)
ferte (imp ferre) citi flammas, date tela, impellite remos!
     
595  Quid loquor? Aut ubi sum? Quae mentem insania mutat?

Slide 18 - Slide

Salvete omnes!

Slide 19 - Slide

ene lokaal:

Dido is gebaseerd op Medea.
Wie was Medea?
Vragen bij video
+ 0,1 

en vice versa >>>>


andere lokaal: 

bespreken 592-595
vert. + bespr. 596-599



<<<< en vice versa

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

r. 592-595
 (Viri) non arma expedient totaque ex urbe (Troianos) sequentur,

diripientque rates alii (ex) navalibus? Ite,
                                                                      (aandrijven)
ferte (imp ferre) citi flammas, date tela, impellite remos!

595 Quid loquor? Aut ubi sum? Quae mentem insania mutat?

Slide 23 - Slide

Nu: vert. r. 596-599
Infelix Dido, nunc te facta impia tangunt
tum decuit = je schamen had toen gepast, ... 
Tum decuit, cum sceptra dabas. En dextra fidesque,
A - quem: van wie                           I
quem secum patrios aiunt portare penatis,
                 I
quem subiisse umeris confectum aetate parentem!

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Salvete omnes!

Slide 26 - Slide

Welke vergelijkingen kun je trekken tussen Dido en Medea?

Slide 27 - Mind map

Vragen bij r. 600 – 606
1. Wat is het enjambement in r. 600-601 en hoe versterkt het enjambement de inhoud hier?
2. Wat is het enjambement in r. 601-602 en hoe versterkt het enjambement de inhoud hier?
3. Hoe heet het stijlfiguur patriis mensis? Wat is het effect van dit stijlfiguur?
4. Fuisset.  In het oog houdend alle coniunctivi: wat bedoelt Dido met deze zinsnede?
5. Quem metui moritura - geeft Dido hiermee aan dat mensen die sterven zelf bang zijn of juist angstaanjagend zijn?
6. Welke vier dingen geeft Dido aan dat ze die had willen/moeten doen?

Slide 28 - Slide

1. Wat is het enjambement in r. 600-601 en hoe versterkt het enjambement de inhoud hier?
A
spargere - uitstrooien over de golven (net zoals de zin over twee regels)
B
abreptum ... corpus - uit elkaar gerukt lichaam (net zoals deze twee woorden door divellere in het midden)

Slide 29 - Quiz

2. Wat is het enjambement in r. 601-602 en hoe versterkt het enjambement de inhoud hier?
A
Non socios, non ipsum - om de wanhoop te benadrukken
B
Ascanium - spanning oproepen dat ze Ascanius wil doden

Slide 30 - Quiz

3. Hoe heet het stijlfiguur patriis mensis? Wat is het effect van dit stijlfiguur?
A
hyperbool - overdrijving, want Aeneas is nog geen 'pater'
B
hyperbaton - lange lijn aan voorouders
C
hyperbaton - het eten komt midden op tafel te staan tussen de vaders in

Slide 31 - Quiz



Vertaling r. 600-606

600 Non potui abreptum divellere corpus et undis

 spargere? Non socios, non ipsum absumere ferro

Ascanium patriisque epulandum ponere mensis?

Verum anceps pugnae fuerat fortuna. Fuisset:

quem metui moritura? Faces in castra tulissem

605 implessemque foros flammis natumque patremque

 cum genere exstinxem, memet super ipsa dedissem.

Had ik niet het weggerukte lichaam uiteen kunnen scheuren en over de golven uitstrooien?

Had ik niet metgezellen, niet Ascanius zelf (moeten) vernietigen door een zwaard
Ascanius en te eten aanbieden op vaderlijke tafels?
Werkelijk was het einde van de strijd ongewis geweest. Laat dat zo geweest zijn/enfin:
Wie zou ik vrezen terwijl ik zou sterven? Ik had fakkels naar het legerkamp gedragen
En ik had gevuld gangboorden met vlammen en zoon en vader met zijn soort had ik uitgeroeid, mijzelf boven had ik (ook) gegeven

Slide 32 - Slide

De rest van de tekst in vertaling

Slide 33 - Slide


Zon, jij die al het handelen op aarde met je vlammen verlicht, en jij, Juno, medeplichtige middelares bij dit liefdesdrama,  en Hecate, 's nachts op driesprongen met gejammer vereerd in de steden  en wraakgodinnen en hulpgoden van de stervende Elissa,  aanhoor mij, en richt jullie verdiende macht op hulp in mijn ellende en verhoor onze beden. Als het dit afschuwelijke wezen is beschoren een haven te bereiken en aan land te komen, en de beschikking van Juppiter dit vereist, 


dan blijft dat toch de grens, want gekweld door een oorlog met een krijgshaftig volk, verbannen uit zijn land, zonder de omhelzing van Iulus zal hij om hulp smeken en een onwaardige dood van de zijnen beleven; 
niet zal hij, ook al heeft hij zich overgegeven aan de condities van een onbillijke vrede, de vrucht zien van koningschap en zo gewenst leven,  maar vóór die dag sneuvelen zonder graf in een zandvlakte.  


... 

Slide 34 - Slide


Dit is mijn bede, met deze laatste woorden stort ik mijn bloed uit.  Bestook dan, Tyriërs, met haat dit gebroed en alle toekomstige nazaat en breng dit geschenk als offergave aan mijn as. Geen enkele toenadering of verdrag mag de volken verbinden! Sta op, wreker, uit ons gebeente, wie jij ook bent, die met vuur en zwaard de Dardaanse landverhuizers zult vervolgen, nu of ooit, wanneer de krachten op sterkte zijn. Kust zal dan staan tegenover kust, en zee tegen zee, dat bid ik: zelf zullen zij vechten tegen hun kinderen.' 

Slide 35 - Slide

1. Waarom roept Dido Hecate aan? Wie was nog meer verbonden aan Hecate?
A
Colonel Hathi
B
De Wraakgodinnen
C
Medea
D
Persephone

Slide 36 - Quiz

2. Wie/wat wordt bedoeld met ‘dit afschuwelijke wezen’?
A
Aeneas
B
De wraakgodin Alecto
C
Iulus
D
Hannibal

Slide 37 - Quiz

3. ‘een haven te bereiken en aan land te komen’ – welk land wordt bedoeld?
A
Troje
B
Sicilie
C
Italie
D
Carthago

Slide 38 - Quiz

5. Wie is de wreker?
A
Aeneas
B
De wraakgodin Alecto
C
Iulus
D
Hannibal

Slide 39 - Quiz

5. 4. Welke vijf (6) vloeken spreekt Dido uit wanneer zij spreekt uit? Met andere woorden: ‘dan blijft dat toch de grens,’ want …. 
1. oorlog
2. verbannen uit eigen land
3. weg van eigen zoon
4. dierbaren zien doodgaan
5. niet zien/meemaken wat zijn nalatenschap is omdat hij ervoor is gestorven
6. geen graf hebben 

Slide 40 - Slide

6. ‘Kust zal dan staan tegenover kust, en zee tegen zee’ In welk opzicht is dit gebeurd?
A
Trojaanse Oorlog
B
Punische Oorlogen
C
Burgeroorlogen
D
Val van het Romeinse Rijk

Slide 41 - Quiz