Les 6: Burgerlijke cultuur: Kerk en schouwburg / Kunst op het toneel

Les 6: Kerk en schouwburg &
Kunst op het toneel
1 / 26
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 26 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 6: Kerk en schouwburg &
Kunst op het toneel

Slide 1 - Slide

Praktisch
- Excursie 19 maart (zie mail voor info) 
- workshopverdeling?
- toetsstof doornemen
- extra materiaal op Teams
- Neem oortjes mee naar de toets!
- Vandaag: start met les 6 en nog even gezamenlijk naar les 5. Daarna kiezen: zelf werken of les 5 verder samen doornemen. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Amsterdamse Schouwburg
  • Tussen 1618 en 1638 is er geen ruimte voor een bloeiend theaterleven bij de calvinisten. Later mag het wel, mits 'ter lering ende vermaeck'.

  • in 1638 wordt de eerste Amsterdamse schouwburg geopend (architect = Jacob van Campen).

  • Staanplaatsen, loges voor de rijkeren, tongewelf met daglicht (voorstellingen vonden vooral overdag plaats).

Slide 4 - Slide

Jacob van Campen- Amsterdamse Schouwburg 
Gysbrecht van Aemstel, de eerste voorstelling

Slide 5 - Slide

zaal van de Amsterdamse schouwburg
loges en balkons voor het goed betalende publiek
op de begane grond zijn de goedkopere staanplaatsen
raam achter het publiek zorgt voor belichting
De voorstellingen beginnen om 4 uur 's middags, want met alleen kaarsen zie je anders heel weinig.

Slide 6 - Slide

Theater in calvinistisch NL
  • Standaard avondprogramma: eerst een tragedie, dan komedie of klucht.
  • Tijdens voorstelling werd gegeten, gedronken, gepraat.
  • Calvinisten waren niet blij met toneel en dans (waarom niet?). Toneel mocht alleen als er een calvinistische moraal in het stuk te vinden was ('ter lering ende vermaeck'). 
  • Omdat er veel geld mee werd verdiend dat o.a. naar weeshuizen ging, werd theater wel oogluikend toegestaan.

Slide 7 - Slide

Lijsttoneel en machinerieën
1665: verbouwing van de schouwburg, geïnspireerd op Italiaanse/Franse theaters: lijsttoneel met een diep podium en ruime coulissen waar toneelmachinerie-architecten los kunnen: stormen, goden uit de lucht, valluiken, grote wisselende decors: leidt tot spektakelstukken (Jan Vos).
Schouwburg na de verbouwing, nu met lijsttoneel.

Slide 8 - Slide

Griekse tragedie - herhaling
  • Protagonist: hoofdpersoon die hindernissen moet overwinnen ('held'). Is altijd zelf verantwoordelijk voor zijn daden / ondergang.
  • Antagonist: degene die de protagonist tegenwerkt ('antiheld')
  • Tritagonist: Naast de bovenste twee het enige uitgewerkte karakter, vaak de 'sidekick' van de protagonist.
  • Rei: koor dat kritisch commentaar geeft, reageert op de handeling, samenvat of voorspelt.
  • Catharsis: emotionele zuivering. Het effect van het opwekken van krachtige emoties zoals verdriet, angst, medelijden, woede bij de toeschouwer, die vervolgens een zuivering van diezelfde gevoelens ondergaat. 
  • Deus ex machina: letterlijk: god uit een machine. Vaak een god die de oplossing voor het probleem van de protagonist brengt (vaak een beetje gekunsteld).

Slide 9 - Slide

Rederijkerskamers, Bredero, Hooft, Vondel (BHV)
Vanaf de Middeleeuwen bestaan rederijkerskamers: groepen taalliefhebbers die o.a. poëzie en toneelstukken schrijven. Het niveau is vaak laag en samenzijn is vaak3 belangrijker dan het schijven zelf. Bredero en P.C. Hooft verlaten daarom hun kamer EgelantierHooft begint de Muiderkring.  Hij schrijft vooral tragedies en pastorales; serieus, intellectueel (vb: Warenar). 
Bredero is een echte Amsterdamse volksschrijver; er mag gelachen worden in kluchten en komedies (vb: Klucht van de koe). 
Vondel is de grootste dichter en toneelschrijver van zijn tijd. Zijn beroemdste werk is Gysbrecht van Aemstel.

Slide 10 - Slide

Gijsbrecht van Amstel
Vondel is de grootste Nederlandse schrijver van zijn tijd. Beroemdste werk: de Gysbrecht van Aemstel, openingsstuk van de Amsterdamse schouwburg (1637). 
Klassiek opgebouwde tragedie, 
gebaseerd op het verhaal van de 
val van Troje. Eindigt met deus ex 
machina (aartsengel). 
Vondel wordt wel de Nederlandse 
Shakespeare (zelfde tijd!) genoemd.


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Genres
  • Tragedie
  • Komedie
  • Klucht
  • Pastorales

In alle genres is het spel nog 
groot en weinig realistich.

Slide 13 - Slide

Genres
  • Tragedie: Volgens klassieke opbouw, mythologisch, bijbels of historisch onderwerp (en dito personages). Loopt slecht af voor protagonist.
  • Komedie:  Vergelijkbaar (ook in opbouw) met tragedie, maar luchtiger, over normale(re) mensen en loopt wel goed af.
  • Klucht: Kluchten zijn korter, platter en vrijer qua vorm. Grappen en grollen. Situaties uit dagelijks leven.
  • Pastorales: herdersspelen, spelen zich af in (en idealiseren) landelijke omgeving. De romantische komedies van die tijd. Loopt goed af. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Analyseren theater (herhaling)
Voorstelling = ?

Vormgeving:
  • Spel: ?
  • Theatrale vormgeving: ?


Slide 16 - Slide

Analyseren theater (herhaling)
Voorstelling = de handeling

Vormgeving:
  • Spel: lichaam, stemgebruik, speelstijl, mise en scene (= de manier waarop de toneelspelers zich over het toneel bewegen (vgl. choreografie bij dans)).
  • Theatrale vormgeving: decor, rekwisieten, kap en grime, kostuum, muziek, geluid, licht


Slide 17 - Slide

Slim om te maken voor de toets:
- M. WB. H. 5 opdr. 28, 29, 30, 33, 34 (antwoorden in het Team)
- Oefentoets vraag 1 t/m 4 (zie Teams - extra materiaal)


- Werkblad Gijsbrecht van Amstel (zie Teams - extra materiaal)
- gemaakte huiswerkopdrachten kritisch controleren (inleveren voor max. 0,2 bonuspunten!)

+0,2 mindmap / +0,1 bonus voor overige aantekeningen / samenvatting 

Slide 18 - Slide

Verdiepingsstof

  • Nuttige (!) video over toneel in de 17e eeuw (BHV, schouwburg en korte bespreking van de Gysbrecht, Warenar en de Klucht van de Koe) (slide 19)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Muziek in de calvinistische kerk
De calvinisten hebben bezwaren tegen de polyfone muziek in het Latijn van de katholieke kerk.
 Leg uit waartegen de calvinisten precies bezwaar maken en wat als gevolg verandert. 

Noem 2 zaken. 

Slide 23 - Slide

Muziek in de calvinistische kerk
  • De protestantse kerk is tegen meerstemmige muziek, zou onverstaanbaar zijn.
  • Gezangen zijn gebeden en moeten verstaanbaar en eerbiedig gezongen worden.
  • Koren werden afgeschaft.
  • Zang eenstemmig in de volkstaal.
  • Orgels leiden te veel af.

Slide 24 - Slide

Jan Pieterszoon Sweelinck

  •  Grote invloed op de muziek van Nederland in de 17e eeuw.
  • Als stadsorganist speelt Sweelinck  improvisaties op bekende liederen in de Oude Kerk. Uiteindelijk worden dit georganiseerde concerten die razend populair worden. De calvinistische regenten vinden dit goed (beter dan dat het volk in de kroeg gaat zitten (of erger)).
  • Sweelinck was katholiek en mocht daarom niet tijdens diensten op het orgel spelen.

Slide 25 - Slide

Rollen van Sweelinck
  • Populair stadsorganist en componist.
  • Speelde bij belangrijke officiële Amsterdamse gebeurtenissen.
  • Orgelkenner, werd veel gevraagd om advies.
  • Leider van het Amsterdamse Collegium Musicum.
  • Naast zijn improvisaties op bekende liederen componeerde hij aan het eind van zijn leven muziek voor bekende psalmteksten.

Slide 26 - Slide