This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
UITSCHEIDINGSTELSEL
Slide 1 - Slide
Wat is de goede volgorde van de spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, maag, mondholte
Slide 2 - Quiz
Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren
Slide 3 - Quiz
timer
4:00
voedsel verteren, bacterien doden
water uit voedsel halen
levert gal dat helpt bij vertering van vetten
enzymen helpen spijsvertering en zorgt dat voedingsstoffen in bloedbaan komen
produceert enzymen die grote moleculen helpen afbreken in dunne darm
opslag van gal voor vertering in dunne darm
maag
lever
dunne
darm
galblaas
dikke
darm
alvleesklier
Slide 4 - Drag question
Uitscheiding
Uitscheiding is het proces waarbij een orgaan (schadelijke) afvalstoffen en overtollige stoffen verwijdert.
Er is alleen sprake van uitscheiding wanneer die stoffen uit het bloed, weefselvloeistof of lymfe worden verwijderd.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Via zweetklieren: water en zouten
Slide 9 - Slide
Uitscheiden van:
CO2
Water
Slide 10 - Slide
Bilirubine
via gal
Slide 11 - Slide
De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren
Slide 12 - Quiz
Het urinestelsel
1: urinewegstelsel
2: nieren
3: nierpoort
4: urineleiders
5: blaas
6: plasbuis
7: bijnieren
8: nier ader en slagader
9: onderste holle ader
10: grote lichaamsslagader
12:lever
13: dikke darm
14: bekken
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Overzicht doorsnee nier
Nierkapsel
Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urinebuis
Urineblaas
Slide 15 - Slide
De nieren 3 delen en functies
Nierschors: verwijdert afvalstoffen,
overtollig water, overtollige zouten en
schadelijke stoffen--> zuiveren bloed.
niermerg: wint water en belangrijke
stoffen terug
nierbekken: verzamelt de urine
NIEREN REINIGEN HET BLOED!!
Slide 16 - Slide
Urineleiders
De 'weg' tussen de nieren en de blaas.
buisje
twee urineleiders
transport
Slide 17 - Slide
Urinebuis
Loopt van de blaas naar de plaats waar de urine het lichaam verlaat.
De urinebuis bij een man is langer en ligt een klier omheen, dit is de prostaat.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Urine
Bestaat uit:
- Afvalstoffen ( Uream, creatinine, urinezuur)
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen
Slide 20 - Slide
Filteren
Nieren filteren per dag 200 liter vocht
99% komt weer terug in de bloedsomloop
Bij vocht te kort heb je donkere urine
Bij veel drinken is je urine licht van kleur
Slide 21 - Slide
Urinelozing
Ander woord voor urinelozing is mictie.
Mictie gebeurt ongeveer 3 tot 6 keer per etmaal.
Als de blaas ongeveer 250 ml urine bevat rekt blaas uit --> zenuw sein ruggemerg --> hersenen--> reflex aandrang plassen
* aanspannen uitwendige sluitspier --> plassen
Bij een blaasvulling van 500 ml moet je plassen! --> anders te vol
Slide 22 - Slide
Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam
Blaas spant aan tijdens plassen --> urineleiders worden dichtgedrukt
zodat: de urine niet terugstroomt naar de nieren.
Slide 23 - Slide
welke urinewegstelsel complicatie ken je al
Slide 24 - Open question
welke urinewegstelsel complicatie ken je al?
Urineweginfectie
Incontinentie
Nierweginfectie
Nierstenen
Overactieve blaas
Nierbekontsteking
Urineretentie
Prostaatvergroting
Slide 25 - Slide
samenvatting
filmpje
Slide 26 - Slide
Einde
Vragen?
Slide 27 - Slide
QUIZ!
Slide 28 - Slide
lichtgele urine is normaal maar kan ook duiden op:
A
ontsteking
B
niet behandelde diabetes
C
teveel fosfaten in de urine
D
bloed in de urine
Slide 29 - Quiz
Bevinden de nieren zich onder of boven het middenrif ?
A
onder
B
boven
Slide 30 - Quiz
schuimende urine kan duiden op
A
teveel bier gedronken hebben
B
nierstenen
C
diabetes
D
mogelijke ontsteking
Slide 31 - Quiz
Wanneer iemands nieren niet goed werken, dan moet deze persoon worden
A
gedottert
B
gedialiseerd
C
gereanimeerd
D
gesteriliseerd
Slide 32 - Quiz
2 lage onderdelen van het urinestelsel zijn ?
A
Blaas en urinebuis
B
Urineleiders en urinebuis
C
Nieren en blaas
D
Blaas en urineleiders
Slide 33 - Quiz
Hoe vaak op een dag passeert je bloed je nieren?
A
100x
B
150x
C
200x
D
250x
Slide 34 - Quiz
Met 1 nier kan je leven
A
Ja
B
Nee
C
Uiterlijk een half jaar
Slide 35 - Quiz
Je moet minimaal 1 x per dag ontlasting hebben
A
Ja
B
Nee
Slide 36 - Quiz
casus
Casus
Mevrouw Verhagen is 73 jaar. Mevrouw heeft altijd in Ede gewoond, maar toen ze haar man ontmoeten zijn ze naar Harderwijk verhuisd. Mevrouw heeft 3 kinderen waar ze veel mee onderneemt. Haar kinderen gaan ook mee voor controles in het ziekenhuis. Mevrouw kreeg 2 jaar terug pijn bij het plassen, rugpijn en mevrouw was erg zwak en vermoeid. Later kwam er ook bloed mee in de urine. Uit de blaasbiopsie bleek mevrouw blaaskanker te hebben en deze niet meer te behandelen was. De blaas van mevrouw is toen verwijderd en heeft mevrouw een urinestoma gekregen. Mevrouw haar urinestoma word elke middag verzorgt, doordat de huid rondom de stoma rood is.