P4_10_lezen_§2uiteenzetting betoog beschouwing

Lezen (10)
Aan het einde van de les:
  • Weet je het verschil tussen een uiteenzetting, betoog en beschouwing herkennen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lezen (10)
Aan het einde van de les:
  • Weet je het verschil tussen een uiteenzetting, betoog en beschouwing herkennen

Slide 1 - Slide

Planning deze les
  • Nakijken huiswerk - tekst stencil
  • Theorie Lezen §2
  • Werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

Nakijken huiswerk (stencil)
Tekst 'Oer-Hollander: donker, met lichte ogen'

Slide 3 - Slide

Theorie Lezen §2

Slide 4 - Slide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 7 - Slide

Betoog
Tekstdoel:              overtuigen van de lezer
Hoofdgedachte: standpunt
Inhoud:                   mening/ standpunt van de schrijver
                                   en argumenten
Kenmerk:               subjectief
  • duidelijke mening van de schrijver

                         

Slide 8 - Slide

Beschouwing
Tekstdoel:               lezer aan het denken zetten / eigen mening                                             laten vormen  (opiniëren)
Hoofdgedachte: centrale vraag
Inhoud:                    feiten en verschillende meningen                                                                meerdere gezichtspunten/ voor- en nadelen 

Kenmerk:  neutraal (geen duidelijke mening van de schrijver)

Slide 9 - Slide

Uiteenzetting
Tekstdoel             de lezer informeren/ iets leren
Hoofdgedachte: constatering
Inhoud:                    feiten /  informatie
                                   (Hoe zit iets in elkaar? 
                                   Hoe is iets precies gebeurd?)
Kenmerk:    objectief 
                        (vooral feiten)

Slide 10 - Slide

To do...
  • NN1 Meer dan lezen
    §2 opdr. 1(1), 3, 5, 7 en 9.

Let op: donderdag 12 juni deadline leesdossier minimaal
15 punten!

Slide 11 - Slide

Wat is het doel van een beschouwing?
A
overtuigen
B
informeren
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Een betoog is..
A
subjectief
B
objectief

Slide 13 - Quiz

Wat ga je vinden in de kern van een beschouwing?
A
meningen
B
feiten
C
mening van de schrijver
D
drogredenen

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Opiniëren

Slide 15 - Quiz

Welke is onpartijdig?
A
betoog
B
beschouwing

Slide 16 - Quiz

Welke bevat een stelling?
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting

Slide 17 - Quiz

Welke bevat een hoofdvraag?
A
betoog
B
beschouwing
C
uiteenzetting

Slide 18 - Quiz