HV3 H3 Sparen en lenen - les 3

SPAREN EN LENEN
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SPAREN EN LENEN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kunt van deel naar geheel rekenen met procenten
  • Je kunt procentuele veranderingen berekenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning 
  • Vandaag: hoofdstuk 3, opdracht 3.11 t/m 3.16
  • Toets nakijken aan het einde van de les, laatste 10 minuten


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Amy spaart per maand € 7. Dat is 35% van haar zakgeld. Bereken
hoeveel zakgeld Amy per maand krijgt

Rond af op 2 decimalen, gebruik geen euroteken. Voorbeeld 5 euro voer in als 5,00
timer
1:00

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Bij een bank is 35,7% van de rekeningouders jonger dan
35 jaar. Dat zijn bij elkaar 751.358 rekeninghouders.
Bereken het totale aantal rekeninghouders bij deze bank

Rond je antwoord af op een heel getal, gebruik geen punten
timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

De huishoudelijke uitgaven van de familie Okkels bedragen € 700 per
maand. Dat is 24% van hun inkomen, terwijl ze elke maand 5% van hun
inkomen sparen. Bereken het maandelijkse spaarbedrag van de familie.

Rond af op 2 decimalen, gebruik geen euroteken. Vb. 5 euro voer in als 5,00
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Van deel naar geheel
Op je spaarrekening heb je na 1 jaar € 7,50 rente ontvangen. Her rentepercentage op je spaarrekening is 5%. Welk bedrag stond op je spaarrekening aan het begin van het jaar? 

€ 7,50 is het deel, dit is 5% en je wilt weten wat 100% is

€ 7,50 / 5 x 100 = 150


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rente over een deel van het jaar
Je stort op 1 december € 1.000 op je spaarrekening. De rente is 4%. Hoeveel rente krijg je aan het einde van het jaar? 

Je spaargeld staat 1/12 deel van het jaar op de spaarrekening. Je krijgt 1/12 van 4% rente.

Rente einde jaar = 1/12 x 0,04 x € 1.000 = € 3,33

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Naima heeft op 1 januari van het nieuwe jaar € 5.400 op haar spaar-
rekening staan tegen 1,8% rente per jaar. Op 1 april haalt ze € 1.750 van
haar spaarrekening af. Bereken het rentebedrag dat ze van de bank krijgt
aan het einde van het jaar.
Rond af op 2 decimalen, gebruik geen euroteken. Vb. 5 euro voer in als 5,00
timer
1:30

Slide 9 - Open question

65,70
21
Naima heeft op 1 januari van het nieuwe jaar € 5.400 op haar spaar-
rekening staan tegen 1,8% rente per jaar. Op 1 april haalt ze € 1.750 van
haar spaarrekening af. Bereken het bedrag (inclusief rente) dat ze aan de aan het einde van het jaar op haar rekening heeft staan.
Rond af op 2 decimalen: voorbeeld -10%, voer in als -10,00
timer
1:30

Slide 10 - Open question

65,70
21
Naima heeft op 1 januari van het nieuwe jaar € 5.400 op haar spaar-
rekening staan tegen 1,8% rente per jaar. Op 1 april haalt ze € 1.750 van
haar spaarrekening af. Bereken met hoeveel procent de hoogte van het bedrag op haar
spaarrekening is gedaald of gestegen (na bijschrijving van de rente) in het afgelopen jaar

Rond af op 1 decimaal, gebruik geen euroteken. Voorbeeld - 5% voer in als -5,00
timer
1:30

Slide 11 - Open question

65,70
21
Procentuele verandering
nieuw-oud 
oud
x 100% 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Opdracht 3.10, 3.12, 3.14, 3.15 en 3.16
timer
15:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nakijken toets
Ga naar Teams van klas V3B economie 
In de map bestanden en kies de juiste versie om je antwoorden mee te vergelijken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions