Watis het verschil tussen aanvullen en een voorbeeld geven?
1 / 23
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Watis het verschil tussen aanvullen en een voorbeeld geven?
Slide 1 - Open question
Theorie 3 blz.46
Verbanden tussen zinnen en alinea's
Slide 2 - Slide
ook
A
tegenstellend
B
opsommend
C
toelichtend
D
concluderen
Slide 3 - Quiz
om te...
A
concluderend
B
redengevend
C
vergelijkend
D
doel-middel
Slide 4 - Quiz
eens
A
voorwaardelijk
B
toelichtend
C
chronologisch
D
opsommend
Slide 5 - Quiz
doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend
Slide 6 - Quiz
Tekstverbanden
Zinnen en alinea's bestaan niet los van elkaar, maar staan met elkaar in verband.
Verbindingswoorden of Signaalwoorden geven je een teken welk verband er is.
Voorbeelden van een verband: oorzaak, gevolg, opsomming, overeenkomst, tegenstelling, voorbeeld enz...
Slide 7 - Slide
Tekstverbanden vinden
Zoek altijd naar verbindingswoorden in een tekst. Door het verband tussen alinea's en zinnen te herkennen is de tekst begrijpelijker, en kun je het makkelijker samenvatten.
Leer de verbindingswoorden en de bijbehorende tekstverbanden en check in de tekst of je het verband herkent.
Slide 8 - Slide
Opdracht
Oefening 3.1 maken blz. 49
Slide 9 - Slide
Antwoorden
1. kan gezien worden als, ...zoals.., zou hier kunnen worden vertaald als= vergelijkend verband
2. om... te = doel: grondwater moet drinkwater worden
middel= reiniging in een zuiveringsinstallatie
doel-middel verband
3. oorzaak= de weg naar het witte circuit
gevolg= een positief effect
oorzakelijk verband
Slide 10 - Slide
4. als.... dan..... voorwaardelijk verband
doel: tekst snel begrijpen
middel: de rode draad , de tekstlijn
want = redengevend verband
5. bovendien = opsommend verband
immers= redengevend verband
volgende, daarna daarna = opsommend verband
dus= samenvattend verband
6. dan= vergelijkend verband
ook= opsommend verband
Slide 11 - Slide
opsommend tekstverband
concluderend tekstverband
tegenstellend tekstverband
redengevend tekstverband
uitleggend/voorbeeldgevend tekstverband
oorzaak-gevolg tekstverband
samenvattend tekstverband
dus
en
toch
zodat
zoals
maar
kortom
daarom
vervolgens
immers
daarentegen
niet alleen...maar ook
dan ook
alles bij elkaar
dat wil zeggen
want
Slide 12 - Drag question
Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden.
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
conclusie
onder andere
bovendien
kortom
daarom
zo
dus
toch
ten eerste
echter
Slide 13 - Drag question
Opsommend tekstverband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend tekstverband
Concluderend tekstverband
Samenvattend tekstverband
Oorzaak/gevolg
Slide 14 - Drag question
Wat zijn tekststructuren?
A
Logische opeenvolgingen van functies
B
Inleiding, middenstuk, slot
C
Standpunt, argument
D
Anekdote, uitleg, samenvatting
Slide 15 - Quiz
Functiewoorden
Functiewoorden
Veelvoorkomend
Dit is echt leerwerk!
Slide 16 - Slide
Vandaag begint voor de meeste universiteiten het academisch jaar. Met plechtig ritueel openen de universiteiten het collegejaar. Op het programma staan tradities, lezingen, muzikale intermezzo’s en het uitreiken van prijzen.
Echter, sommigen zijn niet in de wieg gelegd om altijd maar door te studeren. Zij kunnen niet meedoen aan de studentenverenigingscultuur. Laatst zat ik in de trein met een medewerker van de NS. Hij was storingsmonteur en vertelde over de opleiding die hij had gedaan. Bij het opleidingsinstituut van de NS had hij geleerd hoe onderdelen van treinen vervangen moesten worden. Een mbo niveau twee opleiding.
Dit wordt in onze samenleving helaas te weinig onderkend. Als je niet zo ‘slim’ bent, moet je naar het (v)mbo of praktijkonderwijs. Zogenaamd ‘minderwaardige’ onderwijsvormen. Na die scholen word je immers ‘lager’ of ‘middelbaar’ opgeleid, en daarmee minder goed dan ‘hoger’ opgeleiden. Te vaak leeft onder de leerlingen en hun ouders het idee dat zij nooit succesvol zullen worden. Daarom streven ouders naar een havo- of vwo-opleiding voor hun kind, want dat is wél goed voor zijn of haar toekomst. Dit terwijl 71 procent van de beroepsbevolking lager of middelbaar opgeleid is. Is het niet verschrikkelijk dat we zo’n grote groep op deze manier wegzetten?
anekdote
conclusie
aanleiding
probleemstelling
voorbeeld
verklaring
argument
definitie
oplossing
weerlegging
Slide 17 - Drag question
Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
argument
weerlegging
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
reden waarom iemand iets vindt
argument van ander wordt ontkracht
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande
Slide 18 - Drag question
Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
argument
aanbeveling
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
reden waarom iemand iets vindt
goedbedoelde raad
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande
Slide 19 - Drag question
WAAR
NIET WAAR
Als een tekst een duidelijke, vaste tekststructuur heeft,
zijn verbinding- of signaal-woorden overbodig.
Een achtergrondartikel
leent zich minder goed voor een verklaringsstructuur
dan een nieuwsbericht.
Een opiniestuk leent zich beter voor een argumentatiestructuur
dan een nieuwbericht.
Een nieuwbericht heeft vaak een aspectenstructuur.
In een nieuwsbericht
valt de schrijver vaak
met de deur in huis:
het belangrijkste nieuws.
In een tekst met een probleem-maatregelstructuur
wordt nooit de oorzaak van het probleem besproken.
Slide 20 - Drag question
0
Slide 21 - Video
Sleepvraag:
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
onderwerp
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of
stelling
Slide 22 - Drag question
Sleep de juiste kern naar de juiste tekststructuur