Demonstrative pronouns

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1

1MH

Leerdoelen van de week

• Je kent de vier aanwijzende voornaamwoorden en kunt die correct gebruiken in een zin
• Je kunt een zelfstandignaamwoord met een verwijswoord vervangen (one of ones)

Demonstrative Pronouns

(Aanwijzend Voornaamwoorden)

Demonstrative pronouns

Wanneer gebruik je welk aanwijzend voornaamwoord?

Om te beslissen welk aanwijzend voornaamwoord je wanneer moet gebruiken moet je jezelf de volgende vragen stellen:

1. Is het ding dichtbij of ver weg?

2. Is het ding enkelvoud of meervoud?

	Dichtbij	Ver weg
Enkelvoud
Meervoud

This

That

These

Those

Use: this, these, that, those:

I want .... books over there.

1. this
2. these
3. that
4. those

this, that, these, those

... colours look beautiful on you!

1. This
2. That
3. These
4. Those

One/Ones

Fill in:
Do you prefer this sandwich or that ...?

Fill in:
I'm looking for new earphones, which ... are the best?

One/Ones

Gebruik: als je een zelfstandig naamwoord NIET wilt herhalen in de zin. Eerst komt het zelfstandig naamwoord en daarna one/ones.

You've got big problems and small ones.

One of ones?

One > enkelvoud

Ones > meervoud

Het hangt er van af of het zelfstandig naamwoord daarvoor in het enkelvoud of meervoud staat.

Let op de zin!

Do you like thrillers? This one is a must-read.

Gebruik one/ones

Na deze woorden kun je one/ones gebruiken:

- een bijvoeglijk naamwoord

- which

- this/ that/ these / those

- als zelfstandig naamwoord

Examples

There are big problems and small ones (na bijvoeglijk nw).

I have to read a book. Which one should I pick? (na which)

Do you like thrillers? This one is a must-read.
(na this/that/these/those)

Muffins? I like the ones with chocolate best.
(als zelfstandig nw)