hst 5 Licht Herhaling

Planning tot PTA
  1. H8.1 "Atomen als stralingsbron"  instr., HW voorkennis
  2. H8.2 "Radioactief verval" Instr., HW 8.1
  3. H8.3 "Straling gebruiken"  Instr., HW 8.2
  4. H8.4 "Bescherming tegen straling"  Instr., HW 8.3
  5. Herhaling H8 Atomen en Straling, HW 8.4
  6. HW Diagnostische toets H8 Atomen en Straling
  7. Herhaling H5 Licht + bespreking opdracht licht
  8. HW Diagnostische toets H5 Licht
  9. PTA H5 en H8
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning tot PTA
  1. H8.1 "Atomen als stralingsbron"  instr., HW voorkennis
  2. H8.2 "Radioactief verval" Instr., HW 8.1
  3. H8.3 "Straling gebruiken"  Instr., HW 8.2
  4. H8.4 "Bescherming tegen straling"  Instr., HW 8.3
  5. Herhaling H8 Atomen en Straling, HW 8.4
  6. HW Diagnostische toets H8 Atomen en Straling
  7. Herhaling H5 Licht + bespreking opdracht licht
  8. HW Diagnostische toets H5 Licht
  9. PTA H5 en H8

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhaling
H5.1 Licht, schaduw en spiegels
H5.2 Van infrarood tot ultraviolet
H5.3 Beelden maken met een lens
H5.4 Oog en bril

Bespreking tussentoets H5 Licht


Slide 2 - Slide

Deze geven zelf licht. 
Voorbeelden zijn lampen of kaarsen
Deze weerkaatsen het licht
 (deels) naar je ogen.
 B.v.; de maan of andere 
voorwerpen die
 je ziet door weerkaatsing.
Directe lichtbronnen
Indirecte lichtbronnen

Slide 3 - Slide

Schaduw tekenen
Teken de randstralen 
en arceer het gebied er tussen.

Slide 4 - Slide

  • Licht kaatst alle kanten op
Spiegelende terugkaatsing
  • Hoek van Inval = Hoek van terugkaatsing
  • Spiegelwet 
Difusse terugkaatsing

Slide 5 - Slide

Spiegelwet

Slide 6 - Slide

Hoe teken je het gezichtsveld van een spiegel?

Slide 7 - Slide

Ultraviolet straling (UV-straling)

Zorgt ervoor dat je bruin wordt => Ioniserend
Gaat niet door glas
Voorbeelden:
  • Bijen zien UV straling.
  • Wordt tegen gehouden door atmosfeer (ozonlaag, wolken...)
  • UV kan stoffen laten oplichten
Infrarood straling (IR-Straling)

Ook warmtestraling genoemd.
Gaat wel door glas!
Voorbeelden:
  • Zonlicht, hete kachel, mens
  • Warmtelamp
  • Afstandsbediening van TV,
  • Ratelslang om prooi in donker waar te nemen

Slide 8 - Slide

Weerkaatsing kleuren
Rood licht           Groen licht        Blauw Licht

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Construeren beeld
Gebruik hiervoor
de twee 
constructiestralen!
  1. Recht door midden
  2. evenwijdig tot
        lens, daarna door
        brandpunt


Slide 13 - Slide


1 Teken de lens, het voorwerp, de hoofdas en de brandpunt
2 Teken een rechte lichtstraal door het midden van de lens
3 Teken een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdsas en dan door brandpunt achter de lens
Op het snijpunt van de lichtstralen komt je beeld.
Stappenplan Beeld construeren positieve lens

Slide 14 - Slide

Beeld Construeren
Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Een oog in doorsnede
De beeldvorming in het oog

Slide 17 - Slide

accommoderen
Als een voorwerp dichterbij
komt wordt de lens boller.


Accommoderen : lens platter of boller maken

Slide 18 - Slide

Bijziend
  • Dichtbij scherp, veraf wazig
  •  De ooglens is te bol 
  • Beeld kom vóór het netvlies
  • Je hebt een negatieve lens nodig
  • 'negatieve" bril => ogen lijken kleiner

Slide 19 - Slide

Verziend
  • veraf scherp, dichtbij wazig
  • De ooglens is te zwak 
  • Beeld komt achter je netvlies
  • Je hebt een positieve lens nodig
  • "positieve" bril => ogen lijken groter

Slide 20 - Slide

Berekeningen dioptrie:
Oogarts en opticien gebruiken dpt om de 
sterkte (S) van brillenglazen aan te geven.

 f = brandpuntafstand in meter
S = lenssterkte in dpt
dpt = dioptrie

S=f1

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Belangrijk
  • Hoek van inval = Hoek van uitval 
  • Je kunt een spiegelbeeld, schaduw en een beeldpunt tekenen
  • Verschil IR- en UV-licht
  • Terugkaatsing van kleuren (primaire kleuren)
  • Bolle lens (convergerende werking) en Holle lens (divergerende werking)
  • Verschil bijziend en verziend en welke lens je gebruikt om te corrigeren.

Slide 23 - Slide

Vandaag
Herhaling
H5.1 Licht, schaduw en spiegels
H5.2 Van infrarood tot ultraviolet
H5.3 Beelden maken met een lens
H5.4 Oog en bril

Bespreking tussentoets H5 Licht


Slide 24 - Slide

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 26 - Quiz

Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....
A
Diffuus terug
B
Spiegelend terug

Slide 27 - Quiz

De normaal maakt een hoek van ....... graden met de spiegel
A
0 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 28 - Quiz

Welk nummer geeft de hoek van terugkaatsing weer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quiz

Hoe groot is de hoek van inval?

Slide 30 - Open question

Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil

Slide 31 - Quiz

Wat is constant in de oog ?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand

Slide 32 - Quiz

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren

Slide 33 - Quiz

Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak

Slide 34 - Quiz

Hoe sterk is een lens als de brandpuntafstand 35 cm is?
A
0,029
B
0,29
C
2,9
D
29

Slide 35 - Quiz