Quizzz H5 NS1 3T NOVA

Wat is een brandglas?
A
Vergrootglas
B
verkleinglas
C
stukje glas waarop je vuur kan maken
D
een brandbestendig stukje glas
1 / 48
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is een brandglas?
A
Vergrootglas
B
verkleinglas
C
stukje glas waarop je vuur kan maken
D
een brandbestendig stukje glas

Slide 1 - Quiz

Wat is een divergente lichtbundel?
A
achter de lens beweegt het licht naar elkaar toe
B
achter de lens beweegt het licht uit elkaar
C
achter de lens breken de stralen af
D
achter de lens gaan de stralen evenwijdig

Slide 2 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 3 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 4 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 5 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 6 - Quiz

Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....
A
Diffuus terug
B
Spiegelend terug

Slide 7 - Quiz

De normaal maakt een hoek van ....... graden met de spiegel
A
0 graden
B
45 graden
C
90 graden
D
180 graden

Slide 8 - Quiz

juist/onjuist
Nummer 1 geeft de hoek van inval weer?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een stuk glas of plastic waarmee je het spectrum kan laten zien heet
A
Een plectrum
B
Een spectrum
C
Een prisma
D
Een driehoek

Slide 10 - Quiz

Welk soort licht is warmtestraling?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
wit licht

Slide 11 - Quiz

Van welke straling word je bruin van?
A
Infrarode straling
B
UV straling
C
UV + infrarode straling
D
zichtbaar licht

Slide 12 - Quiz

Ruben heeft in een kartonnen koker een lens gezet.
Hij laat een lichtbundel in de koker vallen.
In de onderstaande afbeelding zie je de lichtstralen uit de koker komen.


A
bolle lens
B
holle lens
C
spiegel
D
glasplaat

Slide 13 - Quiz

UV-straling kun je niet zien maar wel voelen
A
waar
B
niet weer

Slide 14 - Quiz

IR kun je voelen als warmte, maar niet zien
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

een groene appel absorbeert alleen groen licht
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

schaduw is:
A
een plek waar het licht van een lichtbron door een voorwerp wordt tegengehouden
B
een plek waar geen licht komt
C
het ontbreken van zonlicht
D
iets wat je krijgt als je lichtbron uitvalt

Slide 17 - Quiz

hoe boller een lens, hoe....
A
groter de lens
B
kleiner de lens
C
sterker de lens
D
zwakker de lens

Slide 18 - Quiz

hoe minder bol een lens, hoe .... de brandpuntsafstand
A
kleiner
B
groter
C
sterker
D
zwakker

Slide 19 - Quiz

UV straling komt voor in?
A
Broedkasten
B
Nachtkijker
C
Zonnebank
D
Gloeilamp

Slide 20 - Quiz

Onbeschermd zonnen met een lichte huid kan ongeveer 10 minuten.
Hoe lang kun je dan veilig zonnen met beschermingsfactor 30?
A
de hele dag
B
250 minuten
C
10 minuten
D
300 minuten

Slide 21 - Quiz

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuus
B
Spiegel

Slide 22 - Quiz


De schaduw aan de linker- en rechterkant van de groene lijn noem je ...?
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen

Slide 23 - Quiz

Waar is het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water

Slide 24 - Quiz

Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel

Slide 25 - Quiz

Wat weet je van de afstand tussen het spiegelbeeld en de spiegel en het afstand tussen het voorwerp en de spiegel?
A
Van spiegelbeeld is groter
B
Van voorwerp is groter
C
Even groot

Slide 26 - Quiz

waar bevindt het spiegelbeeld zich?

A
loodrecht achter de spiegel
B
in de spiegel
C
voor de spiegel
D
op de plaats van het voorwerp

Slide 27 - Quiz

Hoe heet de lijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
De normaal
B
Hoek van inval
C
Hoek van terugkaatsing
D
geen idee

Slide 28 - Quiz

Bij terugkaatsing van een lichtstraal op een spiegel, moet je de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing kennen.
Welke hoek in figuur 1 is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4

Slide 29 - Quiz

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 30 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gebruik van UV straling
A
afstandbediening
B
infraroodsensoren
C
zonnebank
D
automatische buitenlamp

Slide 31 - Quiz

Als een stof sterk oplicht onder UV -straling zeg je dat zo'n stof :.......
A
door een spectroscoop wordt bekeken
B
fluoriseert
C
door een prisma wordt weerkaatst
D
wordt verlicht door een infrarood camera

Slide 32 - Quiz

Waarop reageert een IR detector?
A
geluid
B
magnetisme
C
zwaartekracht
D
warmte

Slide 33 - Quiz

Door welke kleur kleding word licht teruggekaatst?
A
Wit
B
Zwart
C
Oranje
D
Paars

Slide 34 - Quiz

Wat is een dode hoek?
A
Een gezichtsveld die je niet kunt zien
B
Een gezichtsveld die je kunt zien
C
Allebei vorige antwoorden
D
Geen enkel antwoord

Slide 35 - Quiz

Wat is de normaal?
A
punt waar de lens staat
B
het voorwerp
C
de lijn die loodrecht op een spiegel valt
D
geen een van allen

Slide 36 - Quiz

Hoe noem je een voorwerp die zelf licht geeft?
A
indirecte lichtbron
B
directe lichtbron
C
hoek van inval
D
alle antwoorden tot nu genoemd

Slide 37 - Quiz

Wat is een betere spiegel voor een auto?
A
platte spiegel
B
Geen spiegel
C
een bolle spiegel
D
holle spiegel

Slide 38 - Quiz

Wat is een prisma?
A
vierkant glas
B
driehoekig stuk glas
C
een rond stuk glas
D
een balk

Slide 39 - Quiz

Je kunt 5 minuten zonder zonnebrandcreme, hoelang je met zonnebrand factor 10?
A
100 min
B
20 min
C
50 min
D
10 min

Slide 40 - Quiz

Wat is de hoofdas?
A
lijn door het midden van een lens
B
afstand tussen midden van de lens en voorwerp
C
lijn voor de lens en het brandpunt
D
lijn door de bovenkant van een lens

Slide 41 - Quiz

Wat is een brandpunt?
A
het punt waar lichtstralen bij elkaar komen
B
het punt in de lens
C
een punt wat verbrand is
D
hetzelfde als een beeldpunt

Slide 42 - Quiz

Wat is een beeldpunt?
A
met een positieve lens kun je lichtstralen in 1 punt brengen
B
met een negatieve lens kun je lichtstralen weer bij elkaar brengen
C
een punt in een beeld
D
een beeld in een punt

Slide 43 - Quiz

Waarvan is je pupil een opening?
A
harde oogvlies
B
gele vlek
C
iris
D
netvlies

Slide 44 - Quiz

Wat zie je als je bijziend bent?
A
scherp=dichtbij
B
scherp=ver weg
C
wazig=dichtbij
D
wazig=verweg

Slide 45 - Quiz

Wat zie je als je verziend bent?
A
scherp=ver
B
scherp = dichtbij
C
wazig=ver
D
wazig = dichtbij

Slide 46 - Quiz

Door welke doorzichtige delen van je oog beweegt licht?
A
hoornvlies, lens netvlies
B
iris ,oogkamer, blinde vlek
C
pupil, lens, gele vlek
D
hoornvlies, lens, glasachtig lichaam

Slide 47 - Quiz

Wat is accomoderen?
A
ooglens dikker en dunner maken
B
ooglens platter en boller
C
ooglens korter en langer
D
ooglens groter en kleiner

Slide 48 - Quiz