Les 3 Biodiversiteit en Natuurbeheer

Planning
Terugkoppeling
Leerdoelen vandaag
Uitleg leerdoelen( Les)
Klaar?
Ecosysteem opdracht.
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
Terugkoppeling
Leerdoelen vandaag
Uitleg leerdoelen( Les)
Klaar?
Ecosysteem opdracht.

Slide 1 - Slide

Sleep naar juiste afbeelding
Ecosysteem
Biotisch
Abiotisch

Slide 2 - Drag question

Mutualisme
Parasitisme
Commensalisme

Slide 3 - Drag question

Er zijn 3 verschillende vormen van Symbiose. Één heeft voordeel en één is neutraal, dit is:
A
Commensalisme
B
Parasitisme
C
Mutualisme

Slide 4 - Quiz

Afvaleters ( verwerkers)
Consumenten ( meer niveaus)
Reducenten

Slide 5 - Drag question

Algen behoren tot de planten en maken glucose en andere organische stoffen door fotosynthese. Algen zijn..
A
Reducenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Producenten

Slide 6 - Quiz

koolstof kringloop
Verbranding
Glucose + zuustof = koolstofdioxide + water

Slide 7 - Slide

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 8 - Quiz

Biodiversiteit
Natuurbeheer
Rood
  • Je licht het begrip biodiversiteit toe.
  • Je beschrijft de biodiversiteit in je eigen omgeving.
Wit/ Blauw
Je legt uit hoe ecosystemen ontwikkelen door successie.
Je legt de invloed van natuurbeheer op ecosystemen uit.

Wit /Blauw
  • Je licht het begrip biodiversiteit toe.
  • Je inventariseert organismen in je eigen omgeving en trekt conclusies over de biodiversiteit.
Eerst handelen we deze doel

Slide 9 - Slide

Biodiversiteit
Biodiversiteit

Slide 10 - Slide

Biodiversiteit
De biodiversiteit zegt iets over het aantal verschillende soorten dat je in een gebied vindt. Het is een synoniem van soortenrijkdom.
  • Hoog biodiversiteit: Heel veel verschillende soorten
  • Laag biodiversiteit: Weinig verschillen de soorten

Slide 11 - Slide

Wat is biodiversiteit?
A
het aantal oorspronkelijke plantensoorten
B
het aantal oorspronkelijke diersoorten
C
de variatie aan soorten in de natuur
D
het verdwijnen van soorten in de natuur

Slide 12 - Quiz

Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.

A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Waar heb je de meeste biodiversiteit:
1: Bos met 100 bomen van zelfde soort
2: Bosje met 10 bomen van verschillende soorten
A
1
B
2

Slide 14 - Quiz

Biodiversiteit
Natuurbeheer
Rood
  • Je licht het begrip biodiversiteit toe.
  • Je beschrijft de biodiversiteit in je eigen omgeving.
Wit
Je legt uit hoe ecosystemen ontwikkelen door successie.
Je legt de invloed van natuurbeheer op ecosystemen uit.

Wit
  • Je licht het begrip biodiversiteit toe.
  • Je inventariseert organismen in je eigen omgeving en trekt conclusies over de biodiversiteit.
Nu deze doel.

Slide 15 - Slide

Veranderingen in een ecosysteem
Successie = verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere. 

Nadat pioniersoorten zich gevestigd hebben, veranderen de omstandigheden. Er wordt meer grond vastgehouden en er ontstaat humus.

Slide 16 - Slide

Pionierecosysteem
Op kale grond, een kale rots, nieuwe duin zal na verloop van tijd begroeid raken met korstmossen of kleine planten. Deze eerste vegetatie heten pioniers. Zij zijn erg tolerant wat de abiotische factoren als temperatuur betreft.
Deze planten trekken dieren aan, het eerste pionierecosysteem is ontstaan. Hierdoor worden de omstandigheden gunstiger voor nieuwe soorten om zich hier te vestigen.

Slide 17 - Slide

Humus
Door doodgaan van planten en dieren ontstaat humus, waardoor de omstandigheden sterk verbeterd zijn. Hierdoor kunnen grotere planten op deze plek groeien, grotere dieren zich hier vestigen en het pionierecosysteem gaat over in een ander ecosysteem. Dit maakt de omstandigheden nóg gematigder, zodat weer andere planten en dieren zich hier vestigen.

Slide 18 - Slide

 Topecosysteem
Laatste stadium het  topecosysteem, ook wel Climaxecosysteem genoemd. Dit stadium heeft een grote biodiversiteit, weinig schommeling in omstandigheden, veel soorten, kleine aantallen per soort.
Vaak kwetsbaar voor veranderingen van buitenaf. Bodem van tropische regenwouden bevat weinig humus en zijn daardoor extreem kwetsbaar. Gevaar van erosie groot.


Slide 19 - Slide

Fasen van successie

Slide 20 - Slide

Voorbeelden van 
successie
  • strand -> duinen -> bos
  • zand -> heide -> bos
  • plas -> veen/moeras -> bos
  • rots onder water -> koraalrif
  • kale grond -> steppe/prairie -> (regen)woud

Slide 21 - Slide

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem (topecosysteem)

Slide 22 - Quiz

Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem (topecosysteem)

Slide 23 - Quiz

Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Topecosysteem

Slide 24 - Quiz

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 25 - Quiz

Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar

Slide 26 - Quiz

Wat is schadelijker om te verstoren of te vernietigen: een pionierecosysteem of een topecosysteem? Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open question

Opdracht Ecosysteem
Wat
Hoe ( in groepen van 3, in klas kiezen we ecosysteem)
Hulp?
Volgende les presenteren
In de klas, eigen ecosysteem




Slide 28 - Slide

Wat houdt het in?
Je gaat 3 dingen presenteren
  1. Voedselweb ecosysteem
  2. Een voedselketel ecosysteem
  3. Voedselkringloop ecosysteem

Slide 29 - Slide

Maak even de groepen, schrijf hieronder de groepsleden.

Slide 30 - Open question

Bespreek welke ecosysteem jullie willen.
10 minuten.
Woestijn
ecosystemen
Tropisch regenwoud
ecosysteem
Grasland
Tundra
Mountain Ranges
Kust/ Stranden
Aquatische ecosystemen
Aquatische ecosystemen
Marien/ Diep(er) zee

Slide 31 - Drag question

Tips!
  • Als je een ecosysteem hebt is het ook handig om een specifieke plek op aarde de kiezen die dat ecosysteem heeft.
Presentatie tools:

POWERPOINT

Slide 32 - Slide

VOOR WANNEER!?!?!
Volgende week presenteren!!!
Als het niet lukt, in 2 weken!!!
2 of 3 presentatie per les.
Wie wil eerst??? ( krijg je extra punten!!)

Slide 33 - Slide