Rekenen maandag 25 maart 2019 hoofdstuk 7 decimale getallen

Breuken en decimale getallen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Breuken en decimale getallen

Slide 1 - Slide

H7 decimale getallen
Doel van deze les:
- Je kunt decimale getallen uitspreken
-Je kunt decimale getallen met elkaar vergelijken met de tekens <. >. of =
- Je kunt decimale getallen afronden op een geheel getal. 

Slide 2 - Slide

 procenten en decimale getallen

Slide 3 - Slide

Lezen en uitspreken

Slide 4 - Slide

Schrijf de volgende getallen op.

Slide 5 - Open question

Theorie 
Je kunt twee decimale getallen gemakkelijk optellen of aftrekken als het aantal cijfers achter de komma gelijk is. Je kunt de opgave dan eerst uitrekenen zonder de komma in het getal. Daarna moet je de komma op de juiste plek terug plaatsen. 
Voorbeeld 2, 5 + 3, 6 = 
De getallen hebben allebei 1 cijfer achter de komma. Je kunt de komma's dus even 'wegdenken'. 
Stap 1: Haal de komma's uit de getallen. 
2,5 + 3.6 + hetzelfde als 25 tienden + 36 tienden.
Stap 2: Reken de opgave zonder kommagetallen uit.
25 tienden + 36 tienden = 61 tienden.
Stap 3: Zet de komma terug in de uitkomst. 61 tienden is hetzelfde als 6 eenheden en 1 tiende. 61 tienden = 6,1.     ( 2,5 + 3,6 = 6,1). 

Slide 6 - Slide

Som : 6 x 0,9
Stap 1: Haal de komma uit de getallen.
6 x 0,9 = 6 x 9 tienden. 
Stap 2: Reken de opgave zonder kommagetallen uit.
6 x 9 tienden = 54 tienden.
Stap 3: Zet de komma terug in de uitkomst. 54 tienden = 5,4

Slide 7 - Slide

Schrijf deze getallen over. 
leer ze van buiten.

Slide 8 - Slide

Theorie
Als je twee getallen wilt optellen of aftrekken die niet evenveel decimalen hebben, kun je een extra nul achter 1 van deze getallen zetten.

Voorbeeld 2,64 + 3,7 =
Schrijf de getallen onder elkaar. Voeg een 0 toe aan 3.7. 
Nu hebben beide getallen twee decimalen. 2.64 + 3.70. Iedereen bekijkt bladzijde 143 van het werkboek. 

Slide 9 - Slide

2/7 x 21=

Slide 10 - Open question

4/5 x 200=

Slide 11 - Open question

Deze opdracht rekenen we samen uit.

Slide 12 - Slide

(Huis)werk
Hoofdstuk 7 afronden. 

Slide 13 - Slide