Je kunt twee decimale getallen gemakkelijk optellen of aftrekken als het aantal cijfers achter de komma gelijk is. Je kunt de opgave dan eerst uitrekenen zonder de komma in het getal. Daarna moet je de komma op de juiste plek terug plaatsen.
Voorbeeld 2, 5 + 3, 6 =
De getallen hebben allebei 1 cijfer achter de komma. Je kunt de komma's dus even 'wegdenken'.
Stap 1: Haal de komma's uit de getallen.
2,5 + 3.6 + hetzelfde als 25 tienden + 36 tienden.
Stap 2: Reken de opgave zonder kommagetallen uit.
25 tienden + 36 tienden = 61 tienden.
Stap 3: Zet de komma terug in de uitkomst. 61 tienden is hetzelfde als 6 eenheden en 1 tiende. 61 tienden = 6,1. ( 2,5 + 3,6 = 6,1).