6.6: Voortplanting met bevruchting

Welkom 
Denk om…
 
  • pak een ipad en log in bij lessonup
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 
Denk om…
 
  • pak een ipad en log in bij lessonup
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Goedemiddag!
Vandaag:
  • Herhalen 6.5 
  • Lezen basisstof 6.6 voortplanting met bevruchting
  • Uitleg 6.6
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Even herhalen

Slide 3 - Slide

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 4 - Quiz

Wat is geen peulvrucht?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 6 - Quiz

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 7 - Quiz


Een banaan is een zaad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

leerdoelen:
Aan het einde van de les:
  • kan je uitleggen dat bij bevruchting de eigenschappen van twee ouders bij elkaar komen.
  • kan je voorbeelden geven van voortplanting met bevruchting.

Slide 9 - Slide

Lezen basisstof 6.6 voortplanting met bevruchting

Begin met lezen van basisstof 6.6 op:
Blz. 158 t/m 160
Lezen doe je alleen en in stilte.
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Inleiding
Bevruchting:
  • de kernen van een mannelijke en een vrouwelijke voortplantingscel  versmelten samen.
  • mannelijk: stuifmeelkorrel
  • vrouwelijk: eicel

  • Er ontstaat een bevruchte eicel.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Voortplanting  met bevruchting
  • Bij voortplanting van zaadplanten vindt bevruchting plaats.
  • Bij bevruchting versmelt de kern van een mannelijke voortplantingscel met de kern van een vrouwelijke voortplantingscel.

  • De mannelijke voortplantingscel is de stuifmeelkorrel.
De vrouwelijke voortplantingscel is de eicel.

Slide 13 - Slide

6.6 Voortplanting  met bevruchting
De eicel komt van de moederplant.
De stuifmeelkorrel komt van een andere plant: de vaderplant.

Bij bevruchting komen de celkernen van deze twee planten bij elkaar.
De celkernen versmelten tot 1 celkern.

Er ontstaat een bevruchte eicel.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

bevruchting
  • geeft nieuwe combinatie van eigenschappen
  • hierdoor ziet elke plant er verschillend uit
  • Kijk maar naar de afbeelding links.
  • Je ziet gerbera's in verschillende kleuren.

Slide 16 - Slide

6.6 Voortplanting met bevruchting

Slide 17 - Slide

Bevruchting
  • Een eicel van een roze bloem wordt bevrucht door een stuifmeelkorrel van een witte bloem.
Gevolg:
  • Na de bevruchting ontstaat een zaad met een kiem. De nieuwe plant heeft lichtroze bloemen.

Slide 18 - Slide

Bevruchting
  • De kleur van de bloemen is een eigenschap van een plant.
  • De plant krijgt de eigenschap van de twee ouderplanten.
  • Mensen krijgen zo ook hun eigenschappen
  • Eigenschappen die worden doorgegeven bij de bevruchting, noem je erfelijke eigenschappen.

Slide 19 - Slide

Erfelijke eigenschappen
  • De kleur van de bloemen is een eigenschap van een plant.
  • De plant krijgt de eigenschap van de twee ouderplanten.
  • Mensen krijgen zo ook hun eigenschappen
  • Eigenschappen die worden doorgegeven bij de bevruchting, noem je erfelijke eigenschappen.

Bij bevruchting komen de erfelijke eigenschappen van twee planten bij elkaar.

Slide 20 - Slide

6.6 Voortplanting met bevruchting
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen in de celkern.

Bij bevruchting komen 2 celkernen bij elkaar.
Daarbij komen de erfelijke eigenschappen van 2 organismen bij elkaar.

Bij bevruchting komen de erfelijke eigenschappen van twee ouders bij elkaar.

Slide 21 - Slide

6.6 Voortplanting met bevruchting
Bij alle dieren vindt voortplanting met bevruchting plaats.
De vrouwelijke voortplantingscel bij dieren heet eicel, net als bij planten.
De mannelijke voortplantingscel heet bij dieren een zaadcel.

Bij bevruchting versmelt de kern van de eicel met de kern van de zaadcel.
Uit de bevruchte eicel groeit een nieuw dier.
Bij de bevruchting zijn de eigenschappen van 2 ouders bij elkaar gekomen.

Slide 22 - Slide

Voortplanting met bevruchting bij dieren

Slide 23 - Slide

Voortplanting met bevruchting bij dieren
  • Bij vissen, kikkers en insecten komen de jongen uit eitjes.

  • Een eitje is een bevruchte eicel.

Slide 24 - Slide

Vissen
  • Hier zie je vissen met eitjes.

  • De eicellen van de vrouwtjesvis en de zaadcellen van de mannetjesvis komen in het water bij elkaar.

  • In de bevruchte eitjes groeien jonge visjes.

Slide 25 - Slide

Kikkers
  • Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje.

  • Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet.

  • De bevruchting vindt plaats in het water.

  • Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Insecten
  • de bevruchting gebeurt  in het lichaam van het vrouwtje.
  • Hier zie je twee libellen paren.

  • Na de bevruchting legt de vrouwelijke libel eitjes.
  • In de eitjes ontwikkelen zich larven (jonge insecten).

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

VRAGEN??

Slide 30 - Slide

Aan het werk
Hoofdstuk 6: Voortplanting bij planten en dieren
Paragraaf 6.6 voortplanting met bevruchting
  • Maak opdracht 1 t/m 6
  • werk op fluistertoon

Klaar?
Maak alvast een samenvatting van deze paragraaf!
timer
15:00

Slide 31 - Slide

zelf aan de slag
6.6 Voortplanting met bevruchting: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 6 maken
(vanaf blz. 159)

Slide 32 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen dat bij bevruchting de eigenschappen van twee ouders bij elkaar komen.
- kan je voorbeelden geven van voortplanting met bevruchting.

Slide 33 - Slide