2B - wo080921

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Interroger
• Corriger
• Parler
• Répéter le présent et le passé composé 
• Au travail 
• Les devoirs

Interroger

1. in Duitsland
2. het vliegtuig
3. de eerste schooldag
4. werken
5. en Espagne
6. en Angleterre
7. il fait chaud
8. il fait mauvais

Interroger

1. je (être)
2. tu (aller)
3. nous (avoir)
4. vous (être)
5. elles (aller)

Présent en PC

Hoe maak je de présent van een werkwoord op -er? 

1. Hele werkwoord -er 
2. Je houdt de stam over 
3. Achter de stam de juiste uitgang (-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent) 

Regarder --> regard --> je regarde

Présent en PC

Hoe maak je de passé composé van een werkwoord op -er? 

1. Onderwerp (je, tu, il/....)
2. Hulpwerkwoord (vorm van avoir)
3. Voltooid deelwoord (hele werkwoord -er, +é

Regarder --> je --> j'ai --> j'ai regardé 

Présent en PC

Présent speelt zich af in de tegenwoordige tijd

Passé composé speelt zich af in het verleden

Présent ww op -er

je regarde

tu regardes

il/elle/on regarde

nous regardons

vous regardez

ils/elles regardent

Passé composé ww op -er

j'ai regardé

tu as regardé

il/elle/on a regardé

nous avons regardé

vous avez regardé

ils/elles ont regardé

Even oefenen 

1. je (présent, regarder)
2. tu (présent, travailler)
3. nous (PC, voyager)
4. vous (PC, manger)
5. Paul (présent, aimer) 

Au travail

https://www.verbos.eu/Comppro/#CompList 

Inloggen:

Leerlingen-code: ecvo=a met wachtwoord: calvijn

Les devoirs

Vendredi 10 septembre

Apprendre: blokje A nf/fn + être, avoir en aller, présent en PC ww op -er herhalen

Faire: oefenen verbuga

Woensdag 15 september werkwoordenso (zie SOM)