4.8 Grammatica woordsoorten les 1

4.8 Grammatica woordsoorten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.8 Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt het bijwoord herkennen en benoemen.
- Je kent het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 2 - Slide

Woord van de week

Inslaan als een bom

Slide 3 - Slide

Start les. 
Dinsdag 17 juni 

Boektoets boek 4
(opdracht in SOM)
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Huiswerk
H4.9 opdracht 7 t/m 10


Slide 5 - Slide

Benoem de woordsoorten:

Mensen doen vaak mee met de nieuwste trends.

Slide 6 - Open question

Benoem de woordsoorten:

Dat weten de grote bedrijven behoorlijk goed.

Slide 7 - Open question

Bijwoord
We kijken het filmpje van de methodesite.

+ lezen blz. 62 verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord. 

Samen maken opdracht 4

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen deze twee zinnen:

Hij danst goed.
Hij is een goede danser.


Slide 9 - Open question

Herhaling van gisteren:
Wat is het bw en het bn in de volgende zinnen?

Deze leerling werkt echt hard.
Deze leerling is een harde werker

Slide 10 - Open question

Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord

De ware mannenskinny kent geen wijd (uitlopen) pijpen, maar zit juist (beangstigen) strak om knieën, dijen en kuiten.

Slide 11 - Open question

Verschil bw en bn
We lezen blz. 62 verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord. 

Samen maken opdracht 9

Slide 12 - Slide

Huiswerk
H4.8 maken opdracht 
1, 3 en 4, 6,9 en 11


Slide 13 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt verschillende soorten bijwoorden herkennen
- Je kent het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 14 - Slide