4.8 Grammatica woordsoorten les 2

4.8 Grammatica woordsoorten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.8 Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt het bijwoord herkennen en benoemen.
- Je kent het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 2 - Slide

Woord van de week

Inslaan ........

Slide 3 - Slide

Start les. 
Stillezen 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Huiswerk

  • Boektok
  • H4.7 1 t/m 4, 7,9
  • H4.8 opdracht 1,3 en 4

Slide 5 - Slide

Benoem de woordsoorten:

Een rolletje in een reclame levert meestal niet veel op.

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen deze twee zinnen:

Hij danst goed.
Hij is een goede danser.


Slide 7 - Open question

Herhaling van gisteren:
Wat is het bw en het bn in de volgende zinnen?

Deze leerling werkt echt hard.
Deze leerling is een harde werker

Slide 8 - Open question

Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord:

't Is een (uitmaken) zaak: de skinny jeans voor de man, het kan!

Slide 9 - Open question

Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord

De ware mannenskinny kent geen wijd (uitlopen) pijpen, maar zit juist (beangstigen) strak om knieën, dijen en kuiten.

Slide 10 - Open question

Verschil bw en bn
We lezen blz. 62 verschil bijwoord en bijvoeglijk naamwoord. 

Samen maken opdracht 9

Slide 11 - Slide

Huiswerk
H4.8 maken opdracht 
6,9 en 11


Slide 12 - Slide

Lesdoelen
- Je kunt verschillende soorten bijwoorden herkennen
- Je kent het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 13 - Slide