4h maat 4.4 en 4.5

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen?

Opdracht ? van 4.3 bespreken

Paragraaf 4.4 en 4.5 bespreken

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?

I. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
II. “Limburgers kun je niet verstaan.”

1. I is een vooroordeel, II is een stereotype.
2. I en II zijn vooroordelen.
3. I is een stereotype, II is een vooroordeel
4. I en II zijn stereotypen.

Lesdoel

Je kan verschillende motieven om te migreren beschrijven.

Je kan de verschillende soorten migranten in Nederland beschrijven en uitleggen waarom ze naar Nederland zijn gekomen.

Je kan drie verschillende manieren van samenleven beschrijven en uitleggen.

Motieven om te migreren:

-  Economische motieven
                bijv. armoede ontvluchten

- Sociale motieven

                bijv. dichterbij familie wonen
- Politieke motieven
                bijv. onveilige situatie in land van herkomst

Het motief van Mana om te migreren naar Nederland is ECONOMISCH / SOCIAAL / POLITIEK, want …

Groepen migranten

• Migranten uit vroegere koloniën
• Gastarbeiders
• Vluchtelingen
• Arbeidsmigranten binnen de EU
• Kennismigranten (buiten de EU)
• Volgmigranten 
  4.4

Restrictief toelatingsbeleid

4.5 Integratie gaat niet vanzelf.

3 manieren van samenleven

• Assimilatie: volledige aanpassing (zover mogelijk)
• Segregatie: groepen leven gescheiden van elkaar
• Integratie: wederzijdse aanpassing
  
  4.5

Open samenleving

Zie je duidelijk terug in de grondwet:

Verbod op ongelijke behandeling (art. 1).

Het recht om je godsdienst of levensovertuiging te belijden
(art. 6).

Vrijheid van meningsuiting (art. 7).

Vrijheid van onderwijs (art. 23).

Lesdoel

Je kan verschillende motieven om te migreren beschrijven.

Je kan de verschillende soorten migranten in Nederland beschrijven en uitleggen waarom ze naar Nederland zijn gekomen.

Je kan drie verschillende manieren van samenleven beschrijven en uitleggen.

huiswerk

4,6,7 en 9 van 4.5